Drie enthousiaste kinderen en één moeder gingen vandaag op pad in park Frankendael. Het was een gure ochtend en het miezerde. Maar dat mocht de pret niet drukken. De kinderen hadden er zin in. Ze konden zowaar de Romeinse cijfers van het jaartal boven de poort ontcijferen en stortten zich daarna op de vogels.
Stadsduiven werden het eerst gezien. Daarna twee mannetjes wilde eend, gek met hun kop onder water en hun bibs omhoog. Ze zochten kennelijk voedsel onder water, maar duiken kunnen ze niet. Alleen grondelen, zoals we dat noemen.
Al snel werd een meerkoet herkend. En Arturo ontdekte een waterhoentje.
Twee mannetjes merel waren aan het vechten. Nou hadden we net geleerd dat mannetjes hun terrein verdedigen door te zingen. Maar vechten hoorde er bij deze vogels kennelijk ook bij. Al knokkend fladderden ze – met de snavels tegen elkaar aan – steeds hoger de lucht in.
We liepen door de lindenlaan, zagen halsbandparkieten, een houtduif en zwarte kraaien.
Een blauwe reiger vloog over. Olivia, Suze en Arturo tekenden alles aan op hun vogel-invulkaarten.
In de heemtuin hoorden we een vink, maar hij liet zich niet zien. Wel een ekster, en meer blauwe reigers en houtduiven. We staken een leuk bruggetje over en zagen nu ook een vrouwtjesmerel. We hoorden tjiftjaffen en koolmezen. Bij het water liet de ijsvogel zich jammer genoeg niet zien. Wel zagen we verschillende soorten meeuwen: kokmeeuwen en zilvermeeuwen.
Er waren weinig vogels te horen. Het bleef maar motregenen en de vogels hadden er daardoor kennelijk niet veel zin in. Steeds als Annelies een vogel hoorde en die aan de kinderen wilde laten horen, hield de vogel weer zijn snavel. Maar gelukkig was daar ineens een roodborstje. Vlakbij. Hij zat lekker zijn veren in orde te brengen en af en toe gunde hij ons zijn mooie liedje. Toen landde er een pimpelmeesje aan de overkant. Ook zo’n schattig vogeltje.
Suze ontdekte steeds meer leuke bruggetjes! En natuurlijk volgden wij haar.
We werden voor de gek gehouden door een zwarte kraai! Even dachten we een roffelende specht te horen, maar nee, een zwarte kraai was aan het klapperen met zijn snavel!
In een ander deel van het park hoorden we eindelijk een merel zingen. Maar de leuke brug daar was minstens even interessant: een holle en een bolle brug naast elkaar. Leuk om een paar keer overheen te lopen.
Olivia wist te vertellen dat meerkoeten van die rare tenen hebben met een soort zwemvliesjes er omheen. En Suze ontdekte weer een bruggetje. En aan de andere kant daarvan wachtte ons een verrassing: een ooievaar op zijn nest! Volgens Olivia waren het er zelfs twee. Volgens Arturo één. Maar toen hij nog eens een keer goed keer en zijn kijker scherp stelde zag ook hij de andere ooievaar, liggend in het nest. Kennelijk aan het broeden! We kunnen binnenkort dus jonge ooievaartjes verwachten!
Jonge reigers waren er al. Door de takken heen konden we ze zien. Vader of moeder reiger was ze aan het voeren en de jongen maakten rare bedelgeluiden.
Eindelijk hoorden we een winterkoninkje: dat schelle harde liedje met die trillers. Ook een heggenmusje liet zijn liedje horen.
Er was een hut op een eiland maar daar konden we niet komen.
Tot slot zagen we nog een zwartkopje. Wat vloog hij zenuwachtig in de boom heen en weer. Moeilijk om die in je kijker te krijgen. Hij liet zijn grappige roepje horen. En daarna eindelijk ook zijn prachtige zangstem.
We kwamen al weer bij het beginpunt aan en Arturo vond het maar jammer dat het was afgelopen. Ook Olivia en Suze hadden het erg leuk gevonden en wilden graag nog een keer mee.
Dat zou ik heel leuk vinden!
Op mijn vraag wat het leukste was geweest kwam als antwoord de roodborst en het pimpelmeesje. En de ooievaars natuurlijk. En de bruggetjes!
Hopelijk tot een volgende keer!
Groetjes,
Annelies