De dag voordat de lente begon was het nog behoorlijk fris. Toch boften we want gedurende de excursie was het droog en scheen af en toe de zon. Na een uitleg over het gebruik van de leen-verrekijkers en de invul-vogelkaarten, trokken 10 kinderen en 6 ouders op pad. Al snel zagen we twee kauwtjes bij een holte in een boom. En ja! De ene ging naar binnen! Kauwtjes zijn immers holenbroeders en nestelen graag in boomholtes. Hij of zij probeerde takjes naar binnen te brengen, wat niet altijd lukte. In de boom ernaast konden we mooi twee halsbandparkieten bekijken, ook holenbroeders. Ietsje verderop zagen we een andere manier van nestbouw: grote nesten – een wirwar van takken – hoog in bomen: een kolonie blauwe reigers.
Op het grasveld ontdekten de kinderen merels: mannetjes en vrouwtjes. En in een boompje aan de rand van het gras hoorden en zagen we staartmeesjes!
Toen linksaf door de smalle paadjes van de heemtuin. Een houtduif liet zich goed zien. Een stuk groter dan de stadsduiven die we al waren tegengekomen, en met opvallende witte vlekken in zijn hals. Op een plek waar vogelfotografen geregeld voer neerleggen, deden wij dat ook. Al snel kwamen er gegadigden voor onze meelwormen en zaden. Op zo’n twee meter afstand konden Nina, Ashraf, Arman, Julia, Joes, Lucia , Floortje, Simon, Wolfje en Leon koolmezen, pimpelmeesjes, een boomklever, een roodborst en twee piepkleine winterkoninkjes bekijken. Geregeld lieten die ook hun lied horen. Wat een geluid uit die kleine lijfjes! De roodborst, de boomklever en de heggenmus lieten zich af en toe ook horen, maar ze konden het qua kabaal niet opnemen tegen het winterkoninkje.
Over de grappige hoekige brug gingen we naar de andere kant van de heemtuin, waar we een heel smal paadje vlak langs het water namen. We verbaasden ons over de holtes waarin ijsvogels broeden. We vergeleken een waterhoentje met een meerkoet, en bekeken het jeugdkleed, en het volwassen zomer- en winterkleed van de kokmeeuwen. Op het grote grasveld zagen we eksters en vergeleken we zwarte kraaien met kauwtjes. Bij de scoutinggebouwtjes hoorden we groenlingen en koolmezen en we bewonderden de ooievaars op hun nest! En … we werden getrakteerd op een echt klepper-concert. Sommige kinderen hadden het te koud en gingen naar huis. Met de overgebleven kinderen gingen we nog over de grappige bruggetjes naar het eilandje met de ruïne. Behalve een mannetje en vrouwtje wilde eend, waarvan het vrouwtje er lustig op los kwaakte, troffen we daar ook twee paartjes krakeenden aan. In het hele park hoorden en zagen we grote bonte spechten: roepend, heen en weer vliegend, en roffelend.
Al met al hebben we aardig wat vogels gezien en gehoord. Maar nog géén tjiftjaf. Over twee weken in het Flevopark zal hij er vast zijn!
Leen Pauwels van Vrienden van het Diemerpark maakte mooie foto’s!
Hartelijke groeten,
Annelies