Om de verspreiding van de noordse woelmuis en de waterspitsmuis in kaart te brengen heb ik maanden full-time muizenvallen bediend. Duizenden muizen moeten er door mijn handen zijn gegaan. En de geur ervan door mijn neus.
Dit voorjaar ruik ik ze overal. En de gaatjes van de veldmuizen in de wei lijken ook wel met twee vermenigvuldigd.
Dode muizen ruiken anders dan levende. Afschuwelijk. Ergens in mijn onderbuik slaat een primitief systeem alarm als ik lijkenlucht ruik.
Ik klom vandaag naar vijf steenuilkasten en een kerkuilkast. Overal sloeg de muizenlijkenlucht me in het gezicht. Zit in een gemiddeld jaar de goede helft van de kasten vol, nu allemaal. Ik plukte 13 steenuilen uit de kasten. Good old Daan voorzag die, zoals ieder jaar, deskundig van mooie ringen. De kerkuilenkast was helemaal over the top. Zes knoeperts van vervaarlijk sissende en blazende bollen dons. Twaalf klauwen hingen in mijn vingers, zes snavels pikten. Onze handen werden gespoeld met uilenstront vermengd met bloed. Zes enorm vette kuikens en daaromheen nog zes onaangeroerde veldmuizen, vier bosmuizen en vier huisspitsmuizen. Te veel muizen voor zes vreetwolven! Wat een lucht.
Het is duidelijk: we kunnen 2014 bijschrijven in het rijtje goede muizenjaren. Het gevolg: emmers met uilskuikens.
Ruwe schatting voor Amstelland tussen Ouderkerk en Uithoorn? 10 steenuilgezinnen (50 vogels) 3 kerkuilgezinnen (20 vogels), 6 ransuilgezinnen (30 vogels).
Dat worden er snel minder. Uilskuikens zijn notoir onhandig. Een ransuil is al doodgepikt door een…pauw. Steenuilen hebben een wonderlijk talent voor de verdrinkingsdood.
Nadat we de afgelopen tien jaar de boerderij-erven hebben ingericht voor steenuilen (100 fruitbomen, 200 wilgen, hagen van meidoorn en de nodige takkenrillen) een nieuw ding: het jongvee in de boomgaarden waar de uilen wonen, kreeg vandaag een steenuilvriendelijke drinkbak. Tot nog toe verdronken ieder jaar uilskuikens in die bakken. Nu staan er gloednieuwe met rondom een efficiënte uilskuiken-uit-het-water-klim-trap.