Een koude schuur in Bodegraven. Mannen en vrouwen met een wat zware motoriek en niet altijd overdreven verfijnde zinsbouw kijken steeds vrolijker. Het online systeem waarmee we straks de kaarten voor weidevogelbeheer organiseren, maakt me optimistisch. Het kan alles wat ik wil en ook nog wat ik niet kon bedenken. Niet alleen kan ik het beheer plannen, ik kan ook alle correspondentie en de hele administratie koppelen aan de kaarten. Met een druk op de knop worden duizenden vergoedingen uitgerekend en met nog een knop liggen de betaalopdrachten bij de bank. En weer een druk op de knop en iedereen krijgt een mail en/of brief. Desgewenst met een kaart waarop de vogelwaarnemingen automatisch worden toegevoegd. Alles wordt bewaard, gepland en gestroomlijnd. Wow! Daarmee kan ik een halve zaal ambtenaren vervangen! Dit systeem werkt sneller, kan meer en is goedkoper dan het vorige. Het vorige is door de overheid gemaakt – veel mensen met veel meningen over zaken waarvan ze weinig verstand hadden. Nu ligt de verantwoordelijkheid bij een handjevol mannen met verstand van software die eerst vragen wat we nodig hebben – en dat beter begrijpen dan wijzelf. Ik begin vertrouwen te krijgen in de nieuwe draai in het natuurbeheer: weg van de grote organisaties naar de mensen in de regio zelf. Met dit programma blijf ik tijd over houden om op laarzen rond te banjeren – daar gaat het toch maar om.
Pauze. Broodje kaas. Telefoon…
Ik herken de stem van X. Hij zegt dat ie eigenlijk iemand anders dacht te bellen. X is zo sterk als drie ambtenaren. Met één vinger drukt ie vier knoppen op zijn telefoon in. Hij woont in het ouderlijk huis, waar zo te zien weinig is veranderd de afgelopen vijftig jaar. Zijn ouders zijn er al lang niet meer. Nu hij me toch spreekt .. . Of ik niet iets weet voor zijn eenzame uiltje. Dat beest begon twee weken terug te piepen, dat deed ie tien nachten achtereen. De hele nacht, elke vijf seconden uuuuuh, uuuuuh. Maar de laatste nachten was ie stil als X midden in de nacht effe moest pissen. Zucht. X leek de depressie van het dier helemaal mee te voelen.
Misschien, opperde ik, misschien is ie stil omdat ie een leuk vriendinnetje heeft gevonden. ‘Ja, dat kan.’ X klaarde hoorbaar op. Hij moest nu die ander bellen.
Komende zomer maar even bij X. langs of er steenuilskuikens geringd kunnen worden.