Ik word de polder uit gedirigeerd. Ik moet het dak op.
Paniek. Een huismus schiet weg van haar nest als de dakpannenlegger het dak boven haar hoofd opwipt.
De dakpan wordt voorzichtig teruggelegd. De mus komt tot rust. Paniek op de steiger. De dakpannenlegger weet dat hij moet stoppen met werken. Nesten mogen niet verstoord worden. Hoe verder?
Paniek in de keet. De aannemer ziet een schade post van tienduizenden euro’s.
Paniek in het kantoor: de woningbouwvereniging ziet een enorm renovatieproject de soep in lopen.
Het dak op dus. Schattig zo’n nessie. Op naar de bouwkeet. Altijd mooie sfeer: kale planken, klossende schoenen, modder, afgeleefde tafels en stoelen, een berg mappen en kaarten en het onmisbare koffiezetapparaat. Ernstige, zware mannen met overals en één lichte in een pak. Heren, zeg ik, gefeliciteerd: u heeft twee problemen. U mag niet alleen geen nest verstoren, u mag ook geen nestplaatsen van huismussen vernietigen.
Maar er is ook goed nieuws. De jonge mussen komen snel uit. En er is creatief vogelschroot dat wel voorkomt dat de mussen overal onder het dak kruipen, maar ook middels een gaatje toegang geeft tot een prachtig mussenwoninkje. We schenken koffie en vinden binnen twee minuten de oplossing: de mussen blijven zitten. Daar omheen komen tien of twintig mussen woningen. Is het nest uit, dan komt er een andere dakpan op, maar de toegang blijft keurig open.
Leuk, zegt de man van de woningbouw opgelucht. Scheelt een jaarsalaris. Ja zeg ik, kunnen we dit concept niet overal uitrollen? Ja, zegt de mijnheer van de woningbouw, ja, ja, leuk. Straks bij alle renovaties en nieuwbouw: mussenwoninkies! Ja, ja. We geven elkaar een hand en beloven elkaar dat te regelen. Een paar honderd, nee, een paar duizend woningen voor huismussen. Moet lukken. Eén kwinkslag, twee minuten praten, drie nuchtere mannen en de wereld is weer wat mooier geworden. Geen ontwerpplan voor het ontwikkelen van het plan voor de actie voor…. Geen budget voor het vaststellen van het budget. Geen dierenbeschermers dolgelukkig met hun eigen verontwaardiging over de slechte menschheid. Gewoon. Pats, boem, geregeld. Snel. Het bestaat. Lekker.
Een jaarsalaris uitgespaard. Mussen in de halve Randstad krijgen de ruimte in de komende jaren. Ik spring in mijn schijnbaar ineens iets minder schandalig grote en luxe Volvo en rijd snel naar mijn grutto’s. Ik zing zonder enige paniek voor mezelf het prachtige gedicht van Jan Hanlo. Tjilp, tjilp, Tjilp, tjilp, Tjilp, tjilp, Tjilp, tjilp, Tjilp, tjilp, Tjilp, tjilp, Tjilp, tjilp, Tjilp, tjilp, Tjilp, tjilp, Tjilp, tjilp, Tjilp, tjilp, Tjilp, tjilp, Tjilp, tjilp, Tjilp, tjilp, Tjilp, tjilp, Tjilp, tjilp, Tjilp, tjilp.