Om 8 uur hadden zich een 20-tal deelnemers verzameld bij het IJsbaanpad, de vaste gate-away voor excursies van de VWGA. Het regende licht. De excursiegangers stonden onder een grote lindeboom die gelukkig nauwelijks water doorliet, terwijl ze luisterden naar het excursieplan van Frank van Groen.
Een uurtje later werd onder droge condities uitgestapt bij het eerste excursiedoel, de plasjes van de Putten, onderaan de ‘voormalige’ Hondsbossche Zeewering. Een Zwarte Ruiter in een plasje naast de parkeerplaats trok meteen de aandacht. In de Putten zat een variatie aan steltjes en eenden. Meerdere Watersnippen, Groenpootruiters, Oeverlopers, Bontbekplevieren en Zilverplevieren lieten zich mooi bekijken. Qua eenden bood een groepje Slobeenden in jeugdkleed een mooie determinatie uitdaging. Twee groepjes Witgatten trokken luid roepend onze aandacht terwijl ze zich naar het zuiden spoedden. Op de valreep werd nog een 1ekj Kanoet ontdekt. Ook even de trap op gelopen, de niet meer functionele dijk op. RWS heeft enkele jaren geleden een enorm zandlichaam opgespoten aan de zeezijde, zodat de duinenrij van IJmuiden tot Den Helder nu geheel doorloopt.
Ook aan de noordzijde van de Putten werd kort halt gehouden. In de Harger- en Pettemerpolder achter de Putten zaten in de verte groepen Goudplevieren en Brandganzen. Via kleine weggetjes kruip-door-sluip-door langs een oude bunker met Holenduif en Graspieper de Haze- en Zijepolder in. Een korte stop leverde een Gierzwaluw op, snel weer door, want het begon wat harder te regenen, en de excursieleider hield niet van nat worden.
Tegen beter weten in volgden we de Belmerweg naar een onder water gezet bollenperceel waar gistermiddag een Bonaparte’s Strandloper zat. Deze zeldzame Noord-Amerikaanse steltloper was inmiddels wat noordelijker in de Zandpolder gezien. Op de bewuste plek kregen we wel een paar Kemphanen, Bonte strandlopers en enkele Kleine Strandlopers in onze kijkers.
Onder aanhoudende motregen volgde een korte sanitaire stop bij de ingang van het Zwanenwater. Vanwege het weer besloten we niet te gaan wandelen in dit fraaie duingebied even ten zuiden van Callantsoog, maar gelijk door te gaan naar de Zandpolder. Hier bleek een onder water gezet bollenperceel te grenzen aan het Nollenland van Abbestede. Al snel werd in de motregen vrij dichtbij de langgerekte Bonaparte’s Strandloper gezien, samen met een keur aan andere steltjes, waaronder enkele Steenlopers, Krombekstrandlopers en wel 200 Kemphanen. De zeldzame strandloper liet zich onder een inmiddels droge opentrekkende hemel ook in een ander plasje fraai bekijken. Nu de regen was opgehouden kwamen 360 graden rond onze 5 geparkeerde auto’s vogels tevoorschijn, met als leukste soorten een fraaie Waterral, een Rietzanger en enkele Watersnippen. Het getsjiep van overvliegende Gele Kwikken was niet van de lucht, en 3 soorten zwaluwen lieten hun vliegkunsten zien. Een mooie plek voor de lunchpauze. Iedereen was in de gelegenheid door de beschikbare telescopen rustig de aanwezige vogels te bekijken.
Volgende stop was het plasje en de uitkijktoren bij de Balgzandpolder. Hier verdeelden we ons over beide locaties in verband met gebrek een ruimte. Een fraaie plek, goed voor een paar aanvullingen op onze excursielijst. Omdat het vloed was zat een groep van anderhalf duizend Scholeksters langs de dijk te slapen. Een 30-tal 1ekj Bergeenden bevond zich voor het kijkscherm, samen met een slapende Regenwulp, 2 Rosse Grutto’s, enkele Oeverlopers en tientallen Tureluurs. Een altijd snelle IJsvogel gaf een showtje weg. Op de nu vrijwel verlaten vogelrots bij de uitkijktoren werden onder meer Buizerd en Kneu gezien. Aan de oostkant van het Balgzand vanaf de dijk mooi uitgekeken over duizenden rustende steltlopers en vele Bergeenden op het nu snel weer droog vallende wad. Een jonge Slechtvalk maakte de omgeving onveilig en heel ver weg zat een Visarend op een paal. Op de nieuwe eilanden in het Amstelmeer bij de Verzakking zaten wel 100 Lepelaars te overtijen. Enkele Putters vlogen langs. Op het wad begonnen bijna ontelbare Bontbekplevieren, Zilverplevieren, Bonte Strandlopers, Wulpen en Rosse Grutto’s wakker te worden, nu eb zich aandiende. Het weer was omgeslagen van frisjes naar zwoel. In de Anna Paulowna Polder vlakbij een korte stop bij een ondergelopen bollenperceel. Hier was eerder die dag een Gestreepte Strandloper gezien, ook een Amerikaan, maar minder zeldzaam dan de Bonapartes. Een P langs de weg bood gelegenheid tot spotten. In de verte tussen meeuwen en Kemphanen 6 Krombekstrandlopers, waarvan er twee die ruiden naar het winterkleed nog net hun steenrode zomerbuik lieten zien. De Gestreepte verborg zich aanvankelijk achter de meeuwen, waaronder een adulte Grote Mantel, maar kwam uiteindelijk toch in beeld, meer slapend dan wakend. Door de telescopen was duidelijk het contrast tussen de gestreepte borst en witte buik te zien, ook in vergelijking met de ernaast zittende Kemphanen waarmee deze soort verward zou kunnen worden.
Laatste stopplek was het Schor en kijkpunt bij Den Oever. De buitenhaven was vanwege een festival slecht te bereiken, maar aan de achterzijde van het dorp lukte het toch de auto’s te parkeren. Onder een dreigende lucht lieten enkele Graszangers hun karakteristieke baltsvlucht en zang zien en horen. Deze plek is het bolwerkje voor deze soort in Noord-Holland; het Saeftinge van het noorden. Sfeertje… Als aanvulling nog een Koolmees in een vlier, een Rietgors, enkele Zwarte sterns in de verte op een zandplaat en een mooie groep van 10 Oeverlopers langs een slikrand. Op de grote ronde, twee verdiepingen metende stalen uitkijktoren werd de geslaagde excursie afgesloten, net op tijd om droog onze auto’s te kunnen halen en in de stromende regen over de snelweg naar Amsterdam terug te rijden.
Hieronder de lijst van 80 waargenomen soorten in de kop van Noord-Holland