Zienswijze evenementenbeleid 2026

Zienswijze Vogelwerkgroep Amsterdam op het Concept evenementenbeleid 2026

8 juli 2025

Vogels zijn continu bezig met overleven. Hun leven draait om eten, voortplanten en niet opgegeten worden. Net als vele andere dieren- en plantensoorten hebben vogels het momenteel zwaar. Leefgebieden worden verwoest, trekroutes worden verstoord en voedselbronnen drogen uit. Zelfs de gewone vogelsoorten als merel, spreeuw en huismus laten de afgelopen decennia een ernstige afname zien.

Alle inheemse vogels worden beschermd door de Omgevingswet. Zo ook alle vogels die in Amsterdam leven. Ook alle gebruikte vogelnesten worden door de Omgevingswet beschermd.
In de lente zijn vogels op hun kwetsbaarst. Ze moeten dan niet alleen zichzelf in leven houden, maar ook hun nest warm houden en hun kroost voeden en beschermen. Een broedsel dat te lang verlaten wordt, is doorgaans door onderkoeling ten dode opgeschreven. Een oudervogel die niet op de normale plek eten kan verzamelen of verjaagd wordt door opbouwwerkzaamheden, festivalpubliek en versterkt geluid, verliest onherroepelijk z’n nageslacht.

In het 137 pagina tellende Concept evenementenbeleid 2026 wordt er in totaal slechts 1 pagina gewijd aan flora en fauna. Ondanks dat deze korte tekst start met “De bescherming van natuurgebieden en parken bij evenementen is van groot belang” is de onderbouwing van deze stelling summier. Er wordt verwezen naar het toepassen van de Omgevingswet en er staat een verwarrende tekst over de geldigheidsduur van een Quickscan.

Ook het Flora/Fauna-advies per park, dat in het Overzicht Locatieprofielen 2027 wordt vermeld is summier en niet eenduidig voor de verschillende parken. Zo staat er bij het Flevopark in dit document: evenementen “bij voorkeur buiten het broedseizoen”. Bij het Vondelpark wordt alleen het nest van de Bosuil aangehaald en staat er: “Zo min mogelijk versterkte evenementen in het westelijke deel van het park in en buiten het broedseizoen”. Bij veel andere parken wordt slechts gerefereerd naar de uiterst summiere stedelijke richtlijn. Door het gebrek aan duidelijke criteria voor de bescherming van vogels is er binnen het concept evenementenbeleid 2026 te veel ruimte voor interpretatie. Daarnaast is het ongewenst dat criteria per locatie verschillen. De regels voor het organiseren van evenementen zouden voor alle parken gelijk moeten zijn.

De Vogelwerkgroep is tegen grootschalige en luide festivals en de opbouw ervan in alle parken, zeker tijdens het broedseizoen. Het broedseizoen loopt zolang de vogels broeden, voor het overgrote deel is dat van maart tot en met juli. Sommige soortgroepen zoals roofvogels en uilen broeden al eerder. Andere soorten gaan juist langer door met een tweede of zelfs derde nest. Een doorgaans gehanteerde werkbare periode loopt van 15 maart tot en met 15 juli.

Het zou de Gemeente Amsterdam sieren als zij zich aan haar eigen natuurinclusieve doel- stellingen en zorgplicht houdt en duidelijk aan het evenementenbeleid 2026 toevoegt dat consequent rekening gehouden moet worden met de lokale vogels, zeker tijdens het broedseizoen. De VWGA ziet het houden van festivals in de parken tijdens het broedseizoen als opzettelijke verstoring. Dit wordt door de Omgevingswet expliciet verboden. De door ons gewenste verduidelijking om het broedseizoen te ontzien komt het vogelbroedsucces, de kwaliteit en kwantiteit van de biodiversiteit van de stadsnatuur absoluut ten goede.

Waar mogelijk kan de Vogelwerkgroep Amsterdam de gemeente ondersteunen, bijvoorbeeld middels inventarisaties en deskundig advies.

Namens de Vogelwerkgroep Amsterdam,
Coördinator Commissie Bescherming,
Ewout Huibers