Tips voor een vogelvriendelijke tuin

Wat kun je als tuineigenaar doen? Kijk met de ogen van een vogel: is er iets te eten en is er een veilige schuilplaats? Wil je vogels in de tuin, zorg dan goed voor het bodemleven en de insecten. De belangrijkste voorwaarde voor vogels is altijd voedsel: insecten, wormen, bessen. Elke boom zit vol met kleine diertjes en dus met voedsel.

Tips voor de tuin

  • Het hoeft echt niet overal zo netjes. Laat een hoek van de tuin helemaal met rust. Daar gebeuren wonderen!
  • Plant inheems en gevarieerd. Zorg voor zo lang mogelijk bloeiende planten.
    Zo is er altijd nectar en stuifmeel te vinden.
    Plaats een bessenstruik of fruitboompje.
  • Koop geen bemeste tuinaarde, maar kies voor turfvrij en biologische compost.
  • Op narcissen en tulpen komen geen insecten, op krokus en blauw druifje wél.
  • Zet geen schutting neer, maar een gemengde haag met inheemse soorten. Is er al een schutting? Laat deze begroeien met klimplanten.
  • Heb je een klimop? Nestelende vogels zijn er blij mee. Een struikklimop blijft klein en heeft zwarte bessen die de vogels heerlijk vinden.

En natuurlijk

  • Snoei nooit in het broedseizoen (15 maart – 15 juli), maar snoei sowieso eens wat minder. Eén keer na de bloei en de vruchten in de herfst is voldoende.
  • Maak een voerplek en plaats een waterschaal
  • Gebruik zo min mogelijk tegels.
    Wil je een stukje verharden, overweeg dan grastegels.

Het bijzondere is dat jouw tuin écht het verschil kan maken!
Voor bijen, vlinders en natuurlijk vogels.