Tips voor een vogelvriendelijk balkon

Geen balkon is te hoog, te winderig of te warm voor vogels. En ook een klein balkon kan veel voor ze betekenen. Maak jouw balkon in een mum van tijd vogelvriendelijk met deze zes tips.

1. Planten, ook op ‘lastige’ balkons
Zet potplanten neer om de vogels natuurlijk en gevarieerd voedsel te bieden. Als het past een bessenstruikje, bijvoorbeeld een blauwe bes of kruisbes, ook lekker voor jezelf! Inkleinere potten zet je bloeiende planten zoals zonnehoed, vingerhoedskruid, margriet, aster of een hangaardbei aan de reling. De vogels zijn dol op de vruchten én de insecten die erop afkomen.

2. Moestuinbakken
Voor de ‘lastige’ balkons, met veel wind, of juist pal in de zon, zijn moestuinbakken perfect: laag en zwaar. En het zijn ook nog lekkere rommelplekjes voor vogels. (Google: vierkante meter moestuin.) Kies dan voor sterke, makkelijke kruiden die tegen warmte en wind kunnen, zoals rozemarijn, lavendel of tijm. Heerlijk voor insecten (en dus geschikt voor vogels) én voor jezelf. Zo’n bak is ook een een prima plek voor gratis zakjes zaadjes die je tegenwoordig overal bij krijgt.

Let op: in de zomer is begieten wel nodig, want potplanten kunnen niet diep wortelen en zelfs de sterkste planten moeten af en toe drinken.

Denk aan de draagkracht van het balkon
Een gemiddeld balkon kan 250 kilo per m² dragen. Voor het vergelijk: een met aarde gevulde, stenen plantenbak van circa één meter lengte, weegt al gauw 120 kilo. Je eigen gewicht komt daar nog bij.

3. Klimop
Maak de balkonafscheiding met je buren groen door er een klimop langs te laten groeien vanuit een plantenbak. Een ijzeren frame is handig, maar her en der een spijkertje en een ijzerdraadje krijg je deze klimmer ook omhoog. Hij groeit hard en is na een tijdje een mooie dichte schuil- of broedplaats voor huismus of merel. Daarbij bloeit een wat oudere, volwassen klimop (struikklimop) nog laat in het seizoen en geeft in de winter zwarte bessen.

4. Water
Badderen is onmisbaar voor vogels. Zet een lage waterschaal neer of koop zo’n mooie hangende waterschaal als er niet te veel wind staat.

5. Nestkast of bijenhotel
Hang daarbij een nestkast of bijenhotel op je balkon. Kies voor een mezen- of mussennestkast, dan heb je de grootste kans op bewoning. Let wel: niet in de volle zon, dan gaan de jonkies dood van de warmte. Is je balkon op de zuidzijde, hang er dan liever een bijenhotel.

6. Bijvoeren op de reling
Daarnaast is het leuk om wat biologische zaden bij te voeren op een bakje of plankje aan de reling. Dat valt goed op en daar komen ze van ver op af. Kies dingen die ze extra lekker vinden, zoals meelwormen of verkruimelde vetbollen. Strooi er een zadenmengsel bij of hang er een voedersilo met zaden in de buurt. De pioniers zijn vaak kool- en pimpelmezen.

Bron: Vogelbescherming Nederland