Veel ooievaarsnesten in Amsterdam in 2023 | Het Parool

Recordaantal ooievaarsnesten in Amsterdam: Nieuw-West is favoriete kraamplek

Ooievaarsnesten op de schoorstenen van de voormalige Osdorpschool aan de Lutkemeerweg. Beeld Ruud Lutterlof

Dit artikel is overgenomen uit Het Parool van 6 juli 2023 – Malika Sevil

Ooievaars zaten dit seizoen op negentien nesten in de stad – een nieuw record. Als ze broeden, zijn ze ook nog eens uiterst productief: per broedend nest komt er in Amsterdam gemiddeld 2,1 jong voort. Soortgenoten in het land scoren lager.

Wie een heuse ooievaarssamenscholing wil zien, moet naar de Lutkemeerweg in Nieuw-West. Daar zitten op de schoorstenen van de voormalige Osdorpschool maar liefst vier families. Elke schoorsteen heeft zijn eigen nest – als een soort rijtjeswoning op vier hoog, maar dan voor vogels die we jarenlang alleen op vakantie zagen.

In de jaren zestig van de vorige eeuw werd de ooievaar in Nederland een unicum. Maar dankzij een herintroductieprogramma kijken we niet meer op van een ooievaar meer of minder en wonderlijk genoeg doet de ooievaar het ook nog eens goed in de stad.

Uit de laatste telling van de gemeente blijkt dat de ooievaars ook dit jaar hun eigen record stuk slaan. Waren er in 2017 nog 12 nesten en 15 kuikens, dit jaar zijn dat er respectievelijk 19 en 27.

Vruchtbare kraamkamer

Zoals gezegd is de Lutkemeerweg als kraamkamer het vruchtbaarst. Het begon vijf jaar geleden met één stelletje; inmiddels zitten hun kinderen óók te broeden, maar dan op de schoorstenen ernaast. In totaal hebben de vier koppeltjes zeven kuikens.

Wat het geheim is van deze hotspot? Natuurfotograaf Paul Koene, die als lid van de werkgroep Ooievaars020 tussen 2012 en 2016 hielp bij de organisatie van het ringen van de vogels, heeft wel een idee. “Er zitten verschillende plekken in de buurt waar ze goed kunnen foerageren, maar ik denk dat ze op deze plek ook worden bijgevoerd met kipfilets en andere dingen. Iedereen houdt immers van ooievaars.”

Niet bijvoeren

Overigens: bijvoeren van ooievaars raadt hij af. “En al helemaal geen brood, want daar krijgen de jongen een soort ziekte van Crohn van. Brood veroorzaakt bij ooievaars verklevingen in de darmen. Het verzwakt ze en dan zijn ze niet meer sterk genoeg voor de grote trek.”

In Amsterdam krijgen ze alles voorgeschoteld, van kattenvoer tot croissants, maar Koene benadrukt: het gezondst worden ze van hun natuurlijke voer: wormen, kleine insecten en, als het zo uitkomt, een kikker of een muis. “Het zijn scharrelaars. Ze eten eigenlijk wat er toevallig voor hun voeten loopt.”

Opvallend patroon

Volgens Koene begint zich een opvallend patroon af te tekenen bij de ooievaars in de stad. Tien jaar geleden kon je er donder op zeggen dat de jonge ooievaars in het najaar naar het zuiden zouden trekken, bijvoorbeeld naar de grote vuilnisbelt bij Madrid. “Maar we zien nu dat een deel in Nederland blijft, waarschijnlijk door de klimaatveranderingen.”

Waar jonge ooievaars vroeger twee tot drie jaar wegbleven, om geslachtsrijp weer in Amsterdam terug te keren, maken ze volgens Koene nu ook geregeld na een jaar hun comeback – niet rijp dus. “Dan lopen ze hier te klieren, bijvoorbeeld door bij andere nesten laag over te vliegen. Broedende ooievaars raken dan van streek en gaan de hele tijd zitten klepperen. Het zijn eigenlijk een soort hangjongeren.”

Favoriete kraamplek

Uit de telling bleek ook dat vijf paartjes dit seizoen voor ‘Jan met de korte achternaam’ op het nest zaten: ze produceerden nul jongen. Een positieve uitschieter is er in Park de Kuil in Nieuw-West: pa en ma kregen daar vier nakomelingen. In 2021 was het een stel uit het Vondelpark zelfs gegund om vijf kuikens uit te broeden.

Nieuw-West blijkt sowieso een favoriete kraamplek, want behalve de schoorsteenbroedsels, zijn daar nog vijf nesten geteld. In de rest van de stad werden nog tien andere broedgevallen geregistreerd. Twee daarvan waren in het Vondelpark, drie in de rest van Zuid, één in de Plantagebuurt, twee in de Watergraafsmeer, één in Oud-West en ook één in Noord.

Dramatische taferelen

Tot zover het blije babynieuws, want elk jaar zijn er ook weer dramatische taferelen. Haviken die een baby-ooievaar als lunch nuttigen, bijvoorbeeld. Of wanneer de jongen beginnen aan hun oefenvluchten en met hun onhandige gefladder het onheil tegemoet tuimelen.

Zo vloog een paar jaar geleden een arme drommel te pletter tegen een gebouw, dat er echt al een tijdje stond. “Er is ook eens een jonge ooievaar op de Albert Cuypmarkt gecrasht. Hij leefde gelukkig nog. Dan zit daar dus zo’n jong op de markt.”

Dierenambulance

In zo’n geval wordt de Dierenambulance gebeld. Die brengt de ooievaar naar dierenopvang de Toevlucht, die het beestje oplapt. Omdat de dieren al vroeg worden geringd, is het ouderlijk huis snel gevonden. “Als het jong is opgeknapt, brengen ze hem terug naar het nest.” En ja, de ouders geven hun verloren gewaande zoon of dochter doorgaans een warm welkom.

Maar goed, al die ellende komt nog. Koene verwacht dat de ooievaars in de eerste of de tweede week van augustus uitvliegen.

Dit bericht is geplaatst in wetenswaardig. Bookmark de permalink.