Doe mee met MUS in Amsterdam
Het Meetnet Urbane Soorten (MUS) volgt broedvogels van de stedelijke omgeving. Nederland verstedelijkt immers in hoog tempo (16% van het oppervlak). MUS kost weinig tijd maar levert belangrijk cijfermateriaal op.
Doel
Aantallen en verspreiding vastleggen van min of meer algemene ‘stadsvogels’, in aanvulling op de andere broedvogeltellingen (BMP). Stedelijke omgeving omvat dorpen en steden, maar ook haven- en industriegebieden.
Welke soorten
Alle soorten worden geteld. In de praktijk gaat het doorgaans om rond 35 soorten per telgebied.
Werkwijze
Drie tellingen per seizoen, van ieder ongeveer anderhalf uur lang:
- Twee maal tussen half uur voor zonsopgang en twee uren erna: (a) tussen 1 en 30 april, en (b) tussen 15 mei en 15 juni
- Een maal in de avonduren: tussen 15 juni en 15 juli
- Twaalf telpunten, zo dicht mogelijk bij door Sovon aangewezen locaties
- Precies vijf minuten tellen per punt
- Ter plaatse verblijvende vogels allemaal tellen, zowel zingende als foeragerende of overige (geen onderscheid nodig)
- Overvliegende vogels alleen tellen als ze binding met terrein hebben (jagende Sperwer: ja; overtrekkende Kemphanen: nee)
Kijk voor meer informatie op https://www.sovon.nl/nl/MUS
Je kunt een gebied claimen of bekijken wat nog vrij is via http://portal.sovon.nl/portal/vacant/deel/6 klik op de Spreeuw en vervolgens inzoomen.
Elke MUS-teller ontvangt 4x per jaar een MUS-Nieuwsbrief https://www.sovon.nl/nl/content/nieuwsbrief
Informatie kun je verder krijgen bij de Meetnetcoördinator van MUS van Sovon Vogelonderzoek
Jan Schoppers.