Een zonnig juni-uitje naar de Noorder IJplas

Verslag door Barbara Reijs

De bedoeling was een laatste vogelexcursie voor de zomer. De Noorder IJplas. Een onbekend, onontdekt, onontgonnen ruig gebied, vlakbij de Coentunnel. Op een zonnige junidag. Dat was de bedoeling. Maar oh, wat heeft het leven vaak een ander verhaal in petto. En oh, wat hou ik daarvan. Laat ik beginnen met dat het voor mij het éérste uitje met de Vogelwerkgroep is.

Daar ga je al. De dag tevoren krijg ik per mail te horen met wie ik een duo vorm. We spreken om 10u af bij de NDSM-pont. Het is dan al duidelijk dat ook juni zijn staart roert, en dat we de zon kunnen vergeten. Sterker nog, de vraag is meer hóé nat het precies gaat worden. Nog voor ik woensdagochtend mijn regenjas van de kapstok heb kunnen plukken, houdt mijn duo-helft het al voor gezien. Oké, dat is jammer. En vooral even schakelen, want wat heeft de rest eigenlijk afgesproken? Ik app organisator Janneke dat ik hoop nog bij anderen aan te kunnen haken, en vlieg zo snel als ik kan van Zuid naar Noord. Bij de pont aangekomen blijkt dat men al richting Noorder IJplas fietst. Ik laat het IJ links liggen en fiets op topsnelheid richting Coentunnel. Maar dan… Google Maps snapt het maar half. En ik nog minder. Waar ben ik? Misschien had ik toch dat mooie kaartje uit de mail even moeten printen. Fietspaden die niet liggen waar ze moeten liggen, sportvelden zonder uitgang, een half ingestorte poffertjes-trailer op een verder verlaten parkeerterrein. Het lijkt wel of ik door het decor van een slechte horrorfilm fiets.

Op dat moment word ik aangesproken door een dame met een gele zuidwester. “Waar gaat u naar toe?”, vraagt ze me. Het blijkt Ans te zijn, die net als ik op zoek is naar de Noorder IJplas. We zoeken samen verder, en zowaar, na een minuut of 10 vinden we de rest. En het stopt ook nog eens met regenen. Bonuspunten. Ik kan aansluiten bij Janneke en Ineke en gedrieën struinen we door het gebied. Het is duidelijk dat hier weinig mensen komen, we vergapen ons aan de ruigheid van deze plek zo vlakbij de stad. We zien en horen van alles.

Geen grootse ontdekkingen, maar meer dan genoeg om te genieten van het moment. Schotse hooglanders met kalf kijken ons verbaasd na, een konijn huppelt voorbij, er fladderen nachtvlindertjes over het pad. Dagactieve nachtvlinders leer ik snel bij. We zijn onder de indruk van een prachtig roodzwart exemplaartje. Er is nog enige twijfel welke het geweest zou kunnen zijn, tot we even later een rups tegenkomen op Jakobs kruiskruid. Dan is kristalhelder: het was de Sint-Jacobsvlinder. We horen Zanglijsters, Merels en Tjiftjafs, terwijl boven ons een Visdiefje en een Aalscholver overvliegen. We komen een kleine groene kikker tegen in een watertje naast het pad. Sommige paden geven me het gevoel in het Wonderland van Alice terecht gekomen te zijn.

Langzaam maar zeker komen we meer duo’s tegen. Dat was te verwachten, want zo groot is het gebied niet. Ik hoor dat er een kneu en een groenling zijn waargenomen, maar vandaag niet door mij. Wel heb ik een halve hartverzakking als Cetti’s zanger in m’n oor tettert. Vanuit het riet klinkt er ook nog van alles. Helemaal zeker zijn we niet, maar we denken rietzanger of kleine karekiet te horen. Of misschien wel allebei. Op de plas zien we nog knobbelzwanen, meerkoeten en futen. The usual suspects, maar daarom niet minder mooi. We worden vrolijk van de hoeveelheid oeverzwaluwen die over het water scheert. Voldaan fietsen we terug naar de pont. Op de terugweg begrijp ik nog minder van de heen route. Als we aan de koffie zitten bij de IJ-kantine blijkt dat de route voor meer mensen een raadsel was. Irene heeft 2 uur door Amsterdam Noord gefietst, met iedereen die ze tegenkwam een praatje gemaakt en met alle buschauffeurs vriendschap gesloten, maar de Noorder IJplas heeft ze nooit gevonden. Opgewekt vertelt ze dat dit haar derde poging was om de plas te vinden. En langzaam bekruipt mij het gevoel dat er echt iets raars is met de Noorder IJplas. Deze plas die niet op elke kaart voorkomt. Deze plas waar de Noorderlingen zelf het bestaan niet van weten. Waar alle navigatie van op tilt slaat. Amsterdams vriendelijke versie van de Bermuda Driehoek. Laten we hopen dat Irene de weg naar huis inmiddels heeft gevonden.

Ik vond het een heerlijke ochtend. Want wie heeft er een ijsvogel nodig als je in dit kleurrijke gezelschap door het groen kan struinen met koffie toe. Dank allen, en Janneke en Ineke in het bijzonder.

Nog even de cijfers:
23 aanmeldingen
9 afzeggingen
2 zoekenden

Verslag door Barbara Reijs

Noorder IJplas 30 juni 2021 – 39 soorten
Aalscholver
Blauwe reiger
Boerenzwaluw
Cetti’s zanger
Ekster
Fitis
Fuut
Gaai
Gierzwaluw
Grasmus
Groenling
Grote bonte specht
Houtduif
Huismus
Kleine karekiet
Kleine mantelmeeuw
Kneu
Knobbelzwaan
Koolmees
Krakeend
Kuifeend
Meerkoet
Merel
Oeverzwaluw
Pimpelmees
Putter
Rietzanger
Roodborst
Tjiftjaf
Torenvalk
Tuinfluiter
Vink
Visdief
Waterhoen
Wilde eend
Winterkoning
Zanglijster
Zilvermeeuw
Zwartkop
Konijn

Dit bericht is geplaatst in excursies | verslagen. Bookmark de permalink.