In de Amsterdam-bijlage van de NRC van zaterdag 12 mei 2018 is onderstaand artikel van Kirsten Dorrestijn over het laatste bolwerk van Huiszwaluwen in de stad geplaatst.
Één kolonie is er nog – met een beetje hulp
Huiszwaluwen
Het gaat heel slecht met de huiszwaluw. Ook in Amsterdam. Toch broedt binnen de ring nog één kolonie – dankzij bewoners.
- Kirsten Dorrestijn
Willem van der Voet en overbuurvrouw Margriet de Hooge zorgen ervoor dat huiszwaluwen hier modder vinden voor hun nesten. Van der Voet giet de modder in zijn goot. Foto: Kirsten Dorrestijn
Op de rand van de erker van het huis van Willem van der Voet (77) aan de Verbindingsdam op het KNSM-eiland zitten vijf huiszwaluwen op een rij. Met hun snavels pikken ze om beurten modder uit de goot en vliegen in hun typische zwaluwvlucht razendsnel de hoek om, naar de andere kant van het pand waar hun nesten-in-aanbouw zich onder de dakrand bevinden. De huiszwaluwen zijn net terug uit Afrika. Van hun komvormige nesten van vorig jaar is weinig meer over; die moeten nodig hersteld worden.
Ook Amsterdam versteent: huiszwaluwen kunnen geen modder meer vinden
En dat doen ze dan ook – met de modder die Van der Voet twee keer per jaar in zijn goot giet. In droge perioden begietert hij de boel. En daarmee zorgt hij er hoogstpersoonlijk voor dat binnen de ring van Amsterdam in elk geval toch nog één huiszwaluwkolonie te vinden is.
Want ja: het gaat slecht met de huiszwaluw. Sinds eind jaren zestig nam hun aantal met 75 procent af. Uit de binnensteden van vrijwel alle grote Nederlandse steden zijn ze verdwenen – de reden dat Vogelbescherming Nederland en Sovon 2018 uitriepen tot ‘Jaar van de Huiszwaluw’. „Huiszwaluwen nestelen aan huizen of andere stenen gebouwen”, vertelt stadsvogeldeskundige Jip Louwe Kooijmans van Vogelbescherming. „Maar ondanks de vele huizen zijn hun aantallen in ons land juist dramatisch gedaald.” Die afname wordt vooral veroorzaakt door een tekort aan voedsel: insecten. Louwe Kooijmans: „ Maar ook de verstening is een probleem: steden worden steeds netter; huiszwaluwen kunnen geen modder meer vinden voor hun nesten.”
En dus barst het in Amsterdam wél van de gierzwaluwen (die nestelen onder dakpannen), maar is er geen huiszwaluw meer te vinden. Behalve dus op het KNSM-eiland.
Het initiatief om modder klaar te zetten kwam van woonbootbewoner Margriet de Hooge (66), overbuurvrouw van Van der Voet. Zij heeft precies uitzicht op de nesten onder de dakrand. „Ik woon hier sinds 1981 en iedere zomer hoorde en zag ik de huiszwaluwen vliegen. Elk voorjaar kwamen ze weer. Begin jaren negentig telde ik 61 nesten. Er werd hier flink gebouwd en de zwaluwen konden steeds modder vinden in de bouwputten. Maar op een gegeven moment zag ik hoe een zwaluw kwam aanvliegen en iets aan zijn nest plakte: het viel gelijk weer naar beneden. Vermoedelijk had hij gruis uit de dakgoot gehaald, bij gebrek aan modder. Maar van dat gruis viel geen nest te bouwen.”
Van een huiszwaluwdeskundige hoorde De Hooge dat ze kon helpen door een schaal met klei neer te zetten. Samen met wat buurtbewoners bestelde ze bij een Limburgs bedrijf anderhalve kuub leem, dat ze op het vlotje voor haar woonboot stortte. „Maar dat mislukte: de zwaluwen zagen het niet. Het jaar erop werd hier een flat gebouwd en maakten ze gebruik van die bouwput. Toen dat weer was opgeruimd heb ik een vriendin met een huis aan de Franse Maas gevraagd klei mee te nemen. Willem heeft dat in de goot van zijn erker gegoten: de plek waar we ze vaak zagen zitten. Al snel zaten de vogels in rijen te wachten.”
Sindsdien halen de bewoners elk jaar ergens anders klei, leem of modder vandaan: uit het Diemerpark, uit Flevoland, uit Noord-Frankrijk.
Een oplossing die voor het gebrek aan modder dat soms wordt aangedragen is het ophangen van kunstnesten. Ook op de Verbindingsdam hing de gemeente die op. Maar huiszwaluwen blijken toch het liefst hun eigen nest te bouwen: ook hier sloegen ze náást de kunstnesten aan het metselen.
Volgens Louwe Kooijmans nemen de bewoners door modder of klei neer te zetten bij de Verbindingsdam precies een knelpunt weg waardoor de huiszwaluwenkolonie binnen de ring kan blijven broeden. „Er zijn rond het KNSM-eiland genoeg insecten: hier lijden ze niet onder het landbouwgif. Nadat de larven zich in het water hebben verpopt, vliegen de muggen zo op.” De maatregel helpt bij bestaande kolonies; zomaar ergens modder klaarzetten om zwaluwen te lokken heeft waarschijnlijk geen effect.
De Hooge, die zich namens de Vogelwerkgroep Amsterdam ook inzet voor de gierzwaluwen in haar buurt, vindt het fijn dat ze op deze manier samen met haar buurtgenoten een kolonie in stand kan houden. Van der Voet vult grijnzend aan: „En ’s nachts hebben we nooit meer last van muggen.”