In de schaduw van de te hoge zendtoren van Waarderpolder liggen prachtige weilanden. Een foto ervan prijkt in een geleerd boek: een zee van rode zuring en boterbloem. In de begeleidende tekst lezen we dat dit een subliem voorbeeld is van een rijke weidevogelweide.
Was.
Toen ik een jaar of twintig geleden begon met de weidevogels hier, was ik super trots. Er zwommen zomertalingen. Er broedden op elk perceel grutto’s. Er baltsten watersnippen.
En er groeiden bomen.
Vorig jaar was het hoekje tegen het fort weer prachtig. Een zee van rode zuring en boterbloemen. Vette koeien. Zomertalingen kwamen niet. Watersnippen baltsten niet. Een buizerd dook vanaf zijn nest op de laatste kuikens van grutto of kievit en voerde die aan zijn jongen. Broedsucces: nul.
Gelukkig ging het even verderop nog goed. De gruttokuikens vlogen in juni de hemel in.
Straks weer de zee van rode zuring en boterbloemen. Maar de buizerd duikt niet van zijn nest. Hij zit niet hier, en er is ook vrijwel geen kuiken om op te duiken.
Gelukkig gaat het even verderop nog goed. De eerste kievitkuikens rennen al door de wei. Er groeien bomen. De Buizerd is verhuisd. Hij duikt zo van zijn nest. Ik kan het broedresultaat voor dit jaar wel voorspellen.
Bomen en weidevogels, het gaat niet meer samen. Ik pleit al jaren voor minder bomen bij weidevogelweiden. Er kwam toestemming van bijna iedereen, er was zelfs subsidie om te kappen. De vorige burgemeester wilde er niet van weten. Nu is er een nieuw team. Het nieuwe elan kiest voor groen, voor meer natuur. Inderdaad: bomen.