Blog van een weidevogelaar 7

9 aprilMark

Een mand met een boerenkaas, ambachtelijk jam, dito worst en nog zo wat. Daar doe je het toch maar voor, een lezing voor een zaal met 60 Utrechtse veehouders. Ik hield een pleidooi voor weidevogelbeheer in de ruwe stijl: niks geen laat maaien voor twee kieviten, niks geen laat maaien van turbogras, niks geen vaste einddatums. We willen grutto’s op natte percelen en die worden gemaaid als de vogels gevlogen zijn, niet als de rustperiode volgens de bureaucratie is afgelopen. Hoe krijg je die vogels op de goede plek? Juist: water.

Vandaag komen zowaar tien Utrechtse boeren kijken bij hun collega’s in de Bovenkerkerpolder. Het is gezellig. Melkrobotten, voerkorrels, strontopslag, die en die in het ziekenhuis, hoe zwaar is die stier van de buurman? U kent het. Maar ook: wat is het effect van dat hoge peil op het gras? Hé, een boerenzwaluw! Zomer. De winterjas wel aan houden. Wat is de vergoeding? Kijk: een loeres van een slechtvalk, mijn god wat een knoepert! Zijn dat euro’s per kilometer of per ha? En dat is dus nieuw aangelegd weidevogelgrasland? De valk pest een kraai, draait terug. In plaats van 4 soorten gras 40 soorten planten? Nou, nou.

We wandelen een klein uurtje later terug. Dan vind ik mijn eerste grutto-ei. Kapot. Het ligt naast een opengescheurde grutto. Darmen kronkelen. Uitgetrokken veren.

Twee boeren gaan morgen het peil opzetten bij hun percelen met uitgesteld maaien. Ook in de Vechtvallei hebben twee boeren het idee overgenomen, bij wijze van experiment. Het begin is er.

Even die grutto en die valk vergeten, dan heb ik weer trek in boerenkaas. Worst bewaren voor morgen.

dode grutto

Dit bericht is geplaatst in blog. Bookmark de permalink.