Bestel de nieuwe Vogelatlas van Amsterdam!

De Vogelatlas van Amsterdam, 34,90 euro, te bestellen via www.vogelsamsterdam.nl

Medewerkers, tellers, schrijvers en fotografen betalen slechts 10 euro voor het eerste exemplaar, voor leden is de prijs 24,90 voor één exemplaar, en de overige boeken kosten 34,90 euro.
Na bestelling ontvang je een mail met daarin informatie waar de atlas af te halen is. Dit kan op zeven adressen in diverse wijken van Amsterdam en Weesp.

Wat zegt onze drijvende kracht Frank van Groen in Het Parool:

Dit zijn de winnende en verliezende vogels in Amsterdam: ‘Het gaat ontzettend slecht met de weidevogels’

Amsterdam telt 194 vogelsoorten, van het opwindende woudaapje tot de slaapverwekkende houtduif. Maar door ontwikkelingen in het landschap hebben de vogels in de stad hun winnaars en verliezers. ‘De komende twintig jaar gaan er gigantische verschuivingen optreden.’

Patrick Meershoek: 29 september 2022

Ook de vogels in de stad hebben hun winnaars en verliezers. Een echte winnaar is de Cetti’s zanger, een kleine zangvogel van Zuid-Europese origine. “In 2005 is hij voor het eerst in de stad gezien,” vertelt Frank van Groen van de Vogelwerkgroep Amsterdam. “Of beter: gehoord, want de soort laat zich maar zelden zien. Dat was toen een regelrechte sensatie. We zijn nu nog geen twintig jaar verder, en de Cetti’s zanger komt op heel veel plekken in de regio voor, met dank aan de klimaatverandering.”

De Cetti’s zanger is een van de 194 vogelsoorten die Amsterdam rijk is. Dat cijfer komt uit de Vogelatlas van Amsterdam die deze week wordt gepresenteerd. Het boek is het resultaat van grondig onderzoek, zegt initiatiefnemer en coördinator Van Groen. “We hebben met 137 vrijwilligers twee jaar lang in de hele stad tellingen verricht, in de winter en in het broedseizoen. Ik durf de stelling aan dat er nooit eerder zo grondig is gekeken naar de soorten en hun verspreiding in en rond Amsterdam.”

Kleine topper

Voor het onderzoek is de stad opgedeeld in ruim vijfhonderd zogeheten kilometerhokken die de vrijwilligers konden tellen. Met de opdracht niet alleen te letten op de soorten die het hart van de verwende vogelaar sneller doen kloppen, zoals het woudaapje of de kleine topper, maar ook op slaapverwekkende soorten als de houtduif en de wilde eend. “Het gaat om het totaalbeeld,” zegt de coördinator. “Ook als vergelijkingsmateriaal voor toekomstig onderzoek.”

De atlas is zelf een vervolg op het in de jaren negentig verschenen Sijsjes en drijfsijsjes, het vogelboek van de toenmalige stadsecologen Martin Melchers en Remco Daalder. Van Groen: “Eigenlijk heeft Remco de aanzet gegeven. Hij hield een lezing voor de vogelwerkgroep en pleitte daarbij voor een nieuw onderzoek naar de soorten in de stad. Amsterdam is zo sterk veranderd sinds de jaren negentig. Het kan niet anders of dat moet ook gevolgen hebben gehad voor de vogels die hier leven.”

En dat is ook zo. Ganzen, om een voorbeeld te geven, waren in de vorige eeuw nog een zeldzaamheid in de stad. Nu wordt er in de gemeenteraad ingesproken door verontruste buurtbewoners om de overlast door ganzen te beperken. Van Groen: “Roofvogels waren er niet of nauwelijks. Nu hebben we de havik, de sperwer, de buizerd en zelfs de slechtvalk als broedvogels in de stad. De halsbandparkiet is een andere nieuwkomer die het duidelijk naar zijn zin heeft in Amsterdam.”

Minder insecten

Sommige veranderingen laten zich goed verklaren. In de tweede helft van de vorige eeuw telde Amsterdam nog veel van de zogeheten pioniersvogels, soorten als de kuifleeuwerik en de plevier die zich thuis voelden op de opgespoten grond van de nieuwbouw. Inmiddels zijn die gebieden bebouwd en voorzien van groenstroken en plantsoenen. Die trekken weer struweelvogels aan, zoals de winterkoning en de heggenmus. “Hoe groener, hoe beter,” vat Van Groen het eisenpakket van de stadsvogel samen.

Voedsel in de buurt is een andere basisbehoefte. “De gierzwaluw vliegt bij wijze van spreken even op en neer naar Parijs om wat muggen te eten, maar de meeste soorten moeten het toch in de directe omgeving kunnen vinden. Het gaat ontzettend slecht met de weidevogels in en om de stad. Met name de veldleeuwerik, de patrijs, de gele kwikstaart en de grutto hebben het erg moeilijk als gevolg van de intensivering van de landbouw. Er zijn gewoon veel minder insecten te vinden.”

Gigantische verschuivingen

De natuur reageert op de ontwikkelingen in het landschap. En er zijn nogal wat ingrijpende ontwikkelingen op dit moment: uitbreiding en verdichting in de stad, klimaatverandering en stikstofdepositie in het land. Van Groen: “Dat gaat allemaal heel veel invloed hebben, ook op de vogelsoorten in en rond de stad. Ik denk dat er in de komende twintig jaar gigantische verschuivingen gaan optreden. Ik hoop dat er tegen die tijd weer een onderzoek wordt gehouden. Ik ben nu al benieuwd naar de uitkomsten.”

Dit bericht is geplaatst in wetenswaardig. Bookmark de permalink.