Zoekresultaten voor: windturbine

Bericht van de commissie windturbines

Sinds begin 2021 is de werkgroep wind binnen de VWGA actief.
Er is veel tijd gestopt in het formuleren van het standpunt inzake de energie transitie. Dit standpunt is terug te vinden op de website van de VWGA.
 
In het proces van het verzamelen van informatie zijn we ook in contact gekomen met de gemeente.  Op uitnodiging van de gemeente is een afvaardiging de werkgroep aangeschoven bij een klankbordgroep (KBG).
Amsterdam wil graag 17 windturbines plaatsen binnen de gemeente grenzen. Daarvoor moet veel onderzoek gedaan worden naar de locaties en de gevolgen. In dat proces heeft de gemeente meerdere klankbordgroepen opgericht. Een van die groepen spits zich toe op ‘natuur’. verder lezen

Geplaatst in bescherming, wetenswaardig |

Werkgroep Windturbines

De Werkgroep Windturbines van de VWGA bestaat uit

  • Luella van Turnhout
  • Piet van der Werf
  • Ewout Huibers

en is bereikbaar via bescherming@vogelsamsterdam.nl


 Standpunt inzake windturbines – 16 januari 2023

1. Inleiding

De Vogelwerkgroep Amsterdam (VWGA) heeft als één van haar doelen het tegengaan van ontwikkelingen en gebeurtenissen die een bedreiging voor vogels vormen. Daarom wordt de zoektocht naar geschikte gebieden voor de plaatsing van windturbines of zonneparken in het kader van de energietransitie op de voet gevolgd. Om de communicatie omtrent de visie van de VWGA inzake de energietransitie te coördineren, is de Werkgroep Windturbines in het leven geroepen.

De VWGA erkent de noodzaak om de klimaatverandering tegen te gaan en is voorstander van de transitie naar schonere vormen van energiewinning. Windturbines kunnen bijdragen aan de verduurzaming van energiewinning. Uit onderzoek blijkt echter ook dat windturbines op verschillende manieren een bedreiging voor vogels vormen. De VGWA is van mening dat deze negatieve impact medebepalend moet zijn bij de keuze voor plaatsingsgebieden en bepaalde gebieden sowieso uitgesloten moeten worden. Aan de hand van deze tekst kunnen leden en andere geïnteresseerde vogelaars zich een beeld vormen van de bedreigingen en suggesties ten behoeve van standplaatsen, vanuit de optiek van de VGWA.

In onderstaand standpunt zijn verschillende aspecten van de bedreiging van windturbines voor vogels meegewogen. Dit betreft zowel de dood door de wieken als de verstoring in de omgeving van de turbines. Verder beargumenteren we wat volgens de VGWA de basisprincipes zouden moeten zijn van de zoektocht naar geschikte locaties. Onder de subtitels staat een samenvatting van de standpunten, met de onderbouwing daaronder.

Er wordt momenteel veel onderzoek verricht naar de effecten van windturbines en zonneparken. De tekst zal daarom ge-update worden wanneer nieuwe gegevens of veranderende inzichten dat wenselijk maken. Vragen, opmerkingen en reacties zijn natuurlijk welkom bescherming@vogelsamsterdam.nl

2. De aanleiding: gemeentelijke invulling van de energietransitie

Om de klimaatdoelen van het klimaatakkoord van Parijs 2015 te halen, is door de Nederlandse overheid een convenant gesloten met dertig zogenaamde energieregio’s[1]. Van deze 30 regio’s wordt verwacht dat ze 35TWh duurzame energie zelf gaan opwekken. De gemeente Amsterdam is onderdeel van Regio Noord-Holland Zuid[2]. Op 1 juli 2021 moet het voorlopige plan voor de energietransitie klaar zijn. Daarin zullen door alle RES mogelijke gebieden/standplaatsen voor windturbines moeten worden aangewezen.

Binnen het werkgebied van de VWGA vallen, deels of helemaal, de grondgebieden van 12 verschillende gemeentes[3]. Al deze gemeentes zijn momenteel bezig om in het kader van de RES[4] in kaart te brengen op welke locaties windturbines zouden kunnen worden geplaatst[5]. De regio neemt daarmee verantwoordelijkheid voor het halen van de klimaatdoelen door verduurzaming van energie. Tegelijkertijd hebben deze gemeentes verantwoordelijkheid ten overstaan van het milieu. Zeker nu de groene gebieden in en om de stad al onder druk staan door stadsuitbreiding, groeiende bedrijventerreinen, bredere wegen, toenemende recreatie en een toenemend aantal vluchten vanaf Schiphol, is het toevoegen van windturbinelocaties extra belastend.

Voor vogels vormen windturbines zeker een beperkende factor in hun welzijn en overlevingskansen. De impact van zonneparken wordt momenteel onderzocht en wanneer hier meer bekend over is, wordt dit toegevoegd aan dit standpunt.

 

3.   Globale omschrijving werkgebied

dec 2022

Op deze Natuurgebiedenkaart geven we een impressie van de natuurgebieden met een officiële status rondom Amsterdam. Naast deze gebieden zijn er vele andere grotere en kleinere gebieden zonder officiële status maar waar (beschermde) vogels broeden, foerageren of langstrekken. De witte delen op de kaart zijn dan ook niet automatisch gebieden waarvoor, volgens de VWGA, geen windturbinerestricties gelden.

Ten noorden en ten zuiden van de stad zijn uitgestrekte weidegebieden waar grote aantallen beschermde weidevogels broeden. Ten oosten van de stad ligt het IJmeer dat deel uitmaakt van belangrijke internationale vogeltrekroutes. Ieder voor- en najaar vliegen hier tienduizenden vogels over op weg naar hun broed- en winterverblijven. Ook binnen de stad zorgen parken en groene scheggen voor een grote biodiversiteit. Bosvogels, watervogels en weidevogels vinden in groot Amsterdam allemaal hun thuis.

De VWGA biedt graag onderbouwd advies over vogels in de regio en voerde daarom de afgelopen decennia regelmatig vogeltellingen uit.

In augustus 2022 heeft de VWGA de VOGELATLAS AMSTERDAM gepubliceerd met daarin de broedvogels en de wintervogels in en rond de hoofdstad. Het werkgebied van de werkgroep is daarvoor volgens de SOVON-telmethode[6] geïnventariseerd door ervaren vogelaars. Zodoende zijn er van heel dit gebied gegevens over de broed- en overwinterende vogels. Daarnaast beschikt de VWGA over telresultaten van drie vogeltrektelposten[7] en is er informatie over het voorkomen van Rode Lijst soorten binnen de regio[8].

4. Wieken en vogels, een risicovolle combinatie

Windturbines vormen op verschillende manieren een bedreiging voor vogels. De wieken veroorzaken veel vogelsterfte en de impact hiervan op soortpopulaties wordt onderschat door de voorstanders van turbines. Bovendien maken vogels voortdurend trekbewegingen en is tijdelijk stilzetten van de wieken daarom geen reële optie.

De keuze voor windturbines brengt een aantal problemen met zich mee: vogels botsen tegen de wieken, verliezen foerageergebieden of moeten omvliegen om de molens te ontwijken. De locatie, het aantal en de hoogte van de windturbines kunnen zeer bepalend zijn voor de hoeveelheid invloed die ze uitoefenen. Uit verschillende onderzoek blijkt dat gebieden waar windmolens staan te maken hebben met een dalende vogelpopulatie.

Zo laat onderzoek van Wageningen University & Research zien dat het aantal slachtoffers onder vogels vaak wordt onderschat[9]. Uit de resultaten blijkt namelijk dat een kleine toename van de sterfte (tussen de 1 tot 5 %), in het ergste geval in slechts 10 jaar zou kunnen leiden tot een populatiedaling van 24% tot 77%, afhankelijk van de soort.

In het debat rondom windturbines wordt vaak beargumenteerd dat katten en auto’s meer slachtoffers maken dan windturbines. Toch ligt dit genuanceerder. Windturbines maken namelijk vaker slachtoffers onder de grotere soorten vogels. Grotere vogels hebben in de regel een lagere reproductiegraad. De impact onder deze soorten kan dan ook veel groter zijn. Hierbij vormt ieder slachtoffer er één te veel. Bovendien komen deze vogels op hun vaak lange reis onderweg niet één maar meerdere windturbineparken tegen. Daarom vormen windturbines een compilatiefactor, die zich bovendien niet door landsgrenzen laat beperken.

Ook wordt onderschat hoeveel trekbewegingen vogels eigenlijk maken ten behoeve van hun voortbestaan. Alle drie de trekbewegingen worden bemoeilijkt door de plaatsing van windturbines. Voorbeelden van trekbewegingen:

Trekroutes voorjaar- en najaarstrek
Amsterdam vormt een belangrijk knooppunt voor de grote trekbewegingen in voor- en najaar. Hier komt veel gestuwde trek voor, waarbij de vogels vanuit een groot waterrijk gebied, het IJsselmeer, in een trechtervorm terechtkomen in de zuidelijke regio van het IJmeer en hun route vervolgen, op lagere hoogte, langs o.a. het Amsterdam-Rijnkanaal. Iedere soort reageert weer anders op de wereldwijde klimaatveranderingen, waardoor de periodes van de trek steeds meer fluctueren.

Lokale trekbewegingen
Trek hoeft niet altijd over grote afstanden te geschieden. Als het voorjaar afloopt, zoeken jonge vogels nieuwe voedselrijke gebieden (dispersietrek). Ook overvliegende roofvogels, helicopters en vliegtuigen kunnen er voor zorgen dat vogels opvliegen als paniek/schrikreactie. Tijdens deze vluchten vliegen de vogels vaak enige minuten in grote cirkels boven hun gebied.

Slaaptrekroutes
Vogels kiezen vaak vaste trajecten van- en naar hun foerageergebieden. Zo komen elke avond honderden, zo niet duizenden, meeuwen via een vaste route op een vast tijdstip terug vanuit de stad over IJburg om zich naar hun slaapplaatsen in het IJmeer te begeven[10]. Naast meeuwen komen ook andere soorten (bijvoorbeeld spreeuwen) vanuit de wijde omgeving naar de stad voor een snack (soms zelfs vanuit Texel[11]); de stad is voor hen een groot foerageergebied. Iets verder buiten de stad zijn weidegebieden, zoals die bij Diemen en Weesp, belangrijk als foerageergebied voor ganzen, die hier ‘s ochtends vanuit hun rustgebieden in Waterland naartoe trekken om op te vetten om ‘s avonds weer terug te keren naar hun rustgebieden.

Andere vormen van trek zijn onder andere foerageertrek, ruitrek en zwerftrek

Voorstanders van windturbines opperen dat turbines tijdelijk stilgezet kunnen worden tijdens de trek om ongelukken met vogels te voorkomen. Deze bijna continue vliegbewegingen laten echter zien dat turbines erg vaak stopgezet zouden dienen te worden, wil men grote populatieafname voorkomen. Daarmee wordt de efficiëntie van de turbines op dergelijke trekroutes twijfelachtig.

Hoewel vleermuizen niet binnen de scoop van de VGWA vallen, wijzen we toch op de sterke negatieve impact van windturbines op hun populaties. De luchtcirculaties die ontstaan door de wieken, veroorzaken vacuüms die hun longen laat imploderen. Aangezien het IJmeer een belangrijk foerageergebied voor vleermuizen vormt, moet ook dit zwaar worden meegewogen in het uitsluiten van dit gebied als zoeklocatie.

5. Invloeden op de vogelhabitat

Niet alleen de wieken maar ook het ruimtegebruik aan de voet van de windturbine heeft een negatieve impact op vogels. In een straal tot 400 meter rondom de voet zullen vogels niet rusten, nestelen of foerageren.

Windturbines kunnen het welzijn en overlevingskansen van vogels sterk beïnvloeden, ook op de grond. Uit onderzoek van SOVON en de Vogelbescherming blijkt dat in een straal tot 400 meter van de voet van de turbine vogels niet nestelen of foerageren. Ook blijkt dat er verstoring optreedt in de brede omgeving van windturbines, vogels mijden deze gebieden.

Om te beseffen welke impact dit gegeven heeft op vogels, is het belangrijk om onderscheid te maken tussen verschillende wijzen van gebruik van de gebieden in de regio gedurende de seizoenen in het jaar:

 

Rustgebieden
Natura2000-gebieden zoals het IJmeer zijn zeer belangrijk voor vogels als overwinteringsgebied, ruigebied of voor het opvetten tijdens de trek. In de polder bij Durgerdam verzamelen zich bijvoorbeeld in het najaar grote groepen Brandganzen afkomstig uit noordelijker gelegen delen van de wereld zoals Scandinavië of Rusland, voor sommige als tussenstop op weg naar zuidelijker regionen. Dergelijk pleisterplaatsen zijn noodzakelijk om in stand te houden. Er moeten immers grote reserves worden aangelegd voor de reis naar Afrika en rust is essentieel.

Foerageergebieden
De regio Amsterdam is voor veel vogelsoorten van groot belang als foerageergebied. Niet alleen het netwerk van natuurgebieden maar ook andere zones vormen belangrijke voedselbronnen. Voor zowel bosvogels, watervogels als weidevogels is groot Amsterdam hun thuis. Al deze groene en blauwe gebieden staan sowieso onder druk door stadsuitbreiding, groeiende bedrijventerreinen, bredere wegen, toenemende recreatie en een toenemend aantal vluchten vanaf Schiphol. Het extra ruimtegebruik door de plaatsing van windturbines zou daar nog bovenop komen.

Broedgebieden
Rietlanden, oevers, parken en bossen bieden in het voorjaar gelegenheid aan broedvogels om voor nageslacht te zorgen. Het Diemerpark heeft bijvoorbeeld een belangrijke functie waar het gaat om soorten als de Blauwborst en Nachtegaal[12]. Hiernaast zijn veel weidegebieden belangrijk als broedgebied voor weidevogels.

De verstorende werking in de brede omgeving van windturbines op het rusten, foerageren en broeden, zorgt voor afnemende kansen voor vogelpopulaties in deze gebieden.

6. Een stedelijk, regionaal of nationaal vraagstuk?

De VWGA is van mening dat supraregionale regie nodig is om te bepalen welke locaties het meest geschikt zijn. Daarbij dienen windturbines te worden geconcentreerd en gekozen te worden voor plekken waarbij vogels zo min mogelijk schade lijden. Ook moeten bestaande Natura 2000 gebieden worden gevrijwaard van plaatsing.

De regio Amsterdam maakt onderdeel uit van een groot netwerk van natuurgebieden. Voor de juiste beoordeling van eventuele hinder door windturbines moet daarom verder gekeken worden dan de gemeentegrenzen. Ook de grenzen van RES-regio Noord-Holland Zuid zijn eigenlijk te beperkt als je kijkt naar bijvoorbeeld de routes van de trekvogels[13]. Daarom zal bij de planning van windturbines in de regio rekening moeten worden gehouden met zowel de effecten binnen de regio als daarbuiten[14], en daarnaast ook de langere termijn in acht worden genomen[15]. We moeten er namelijk voor waken dat deze energietransitie niet die gebieden aantast die we met de duurzaam opgewekte energie uiteindelijk willen beschermen tegen de opwarming van de aarde.

 

Er moet zorgvuldig met de spaarzame natuur die de regio Amsterdam nog heeft, worden omgesprongen. Het is tegenstrijdig om gebieden die als natuurcompensatie vorm hebben gekregen, nu weer ergens anders te compenseren vanwege de plaatsing van windturbines. Te vaak worden mitigerende maatregelen genoemd als excuus om windturbines in de natuur te plaatsen. Natuurcompensatie is daar een voorbeeld van. Echter, natuur is een complexe samenhang van o.a. planten, insecten, bodem-organismen en vogels. Dit onlosmakelijk geheel, dat zich over een hele lange periode ontwikkeld, laat zich niet verplaatsen zonder verlies in kwaliteit en kwantiteit.

Op dit moment willen enkel nog de gemeentes in de regio Amsterdam in kwetsbaar natuurgebied bouwen. Dit terwijl er duidelijke beschermende regels gelden voor o.a. Natura 2000 gebieden[16]. Andere RES-rapporten hebben daarom het zoeken naar locaties voor windturbines in Natura 2000 gebieden gestaakt. Het baart de VWGA zorgen dat dit in onze regio nog steeds overwogen wordt. Coördinatie op een hoger niveau is ook gewenst om te vermijden dat problemen wordt afgeschoven naar de buurman. Zo wordt de vuilstort bij Nauerna in Zaandam vaak aangewezen als locatie[17]. Daar zou de verstoring van mens en natuur minimaal zijn. De vraag is echter of de Gemeente Zaanstad het hiermee eens zal zijn.

Al deze punten schetsten het belang van supraregionale regie (voorheen de taak van VROM). Daarom is de VWGA van mening dat het bepalen van geschikte locaties voor windturbines onder supraregionale regie noodzakelijk is.

7. Conclusie

Windturbines vormen op verschillende manieren een bedreiging voor vogels. De wieken veroorzaken veel vogelsterfte en de impact hiervan op soortpopulaties wordt onderschat. Bovendien maken vogels voortdurend trek- of vliegbewegingen en is tijdelijk stilzetten van de wieken daarom geen reële optie.

Niet alleen de wieken maar ook het ruimtegebruik aan de voet van de windturbine heeft een negatieve impact op vogels. In een straal tot 400 meter rondom de voet zullen vogels niet rusten, nestelen of foerageren.

De VWGA is van mening dat supraregionale regie nodig is om te bepalen welke locaties het meest geschikt zijn. Daarbij dienen windturbines te worden geconcentreerd en gekozen te worden voor plekken waarbij vogels zo min mogelijk schade lijden. Ook moeten bestaande natuur gebieden worden gevrijwaard van plaatsing.

Wanneer er toch windturbines geplaatst worden nabij een natuurgebied dienen alle mogelijke technieken toegepast te worden om de risico’s voor vogels te verminderen. Te denken valt dan onder meer aan wieken met contrasterende kleuren[21], radarsystemen die turbines tijdelijk kunnen uitschakelen en windturbines zonder wieken[18]. In Zeeland is een systeem in gebruik genomen dat op basis van radartechnologie de zeearend kan detecteren. Alleen bij een naderende Zeearend worden de windmolens automatisch stilgezet[19].

 

Het verlies van natuurwaarden dient voorts altijd gecompenseerd te worden voordat de windturbines geplaatst worden[20]. Ook vindt de VWGA dat bij (top)verlichting bij hogere windturbines rekening moet worden gehouden met het effect op trekkende vogels.

Goed onderzoek vooraf, in de vorm van de Gevoeligheidsanalyse, Natuurtoets en Milieu Effect Rapportage, is altijd noodzakelijk bij het plannen en plaatsen van windturbines.

Nog twee belangrijke afweging om mee te nemen:

1 Moeten we als stad niet gewoon veel minder energie gaan gebruiken? Als het principe van ‘de vervuiler betaalt’ consequent doorgevoerd wordt, dus ook voor luchtvaart en (zee)scheepvaart, en daarmee de energiebehoefte vermindert, neemt de druk om windturbines te plaatsen in kwetsbare natuurgebieden steeds meer af.

2 Minister Jetten heeft in september 2022 uitgesproken dat de nationale ambitie van wind-op-zee wordt verdrievoudigd. De vraag naar wind-op-land zoals omschreven in de RES zou hierdoor kunnen wijzigen  https://nos.nl/l/2444868

 

 

 

[1] https://www.regionale-energiestrategie.nl/default.aspx

[2] https://energieregionhz.nl/conceptres#deelregio

[3] https://adam.waarneming.nl/area_map_v2.php

[4] RES = Regionale Energie Strategie

[5] https://energieregionhz.nl/conceptres#zoekgebieden

[6] https://www.vogelsamsterdam.nl/activiteiten/vogelatlas-amsterdam/

[7] Diemerpak: https://trektellen.nl/site/info/1105

      Diemer Vijfhoek: https://trektellen.nl/site/info/5

      Aetsveldsche polder: https://trektellen.nl/site/info/394

      IJmeer wintertellingen: https://waarneming.nl/locations/users/74006/observations/?advanced=on

[8] https://adam.waarneming.nl/soortenoverzicht_wg.php?q=&g=1&f=0&z=3&a=0

[9] Resultaten/Onderzoeksinstituten/Environmental-Research/show-wenr/Impact-van-windturbines-op-vogelsterfte-vaak-onderschat.htm

[10] Slaaptrektellingen meeuwen zijn terug te vinden op: https://adam.waarneming.nl/soort/view/20638?waardplant=0&poly=1&from=2005-02-04&to=2021-02-04&method=0&rar=0&only_approved=0&maand=0&rows=20&os=0&hide_hidden=0&hide_hidden=1&show_zero=0&global_tag=0

[11] https://www.parool.nl/nieuws/hangmeeuw-6004-hangt-wat-op-het-lambertus-zijlplein~b4c9be5f/

[12] Broedvogels Diemerpark 2004-2018 –Edial Dekker en Jan Fekke Ybema.De Gierzwaluw 57-3 (Sept. 2019; pag. 15/30)

[13] p. 17 van de Nationale Windmolenrisicokaart voor Vogels van de Vogelbescherming Nederland: https://www.vogelbescherming.nl/docs/e3b4524d-5cc2-4565-a65e-3226a124837e.pdf?_ga=2.218752094.694795126.1611573257-417484086.1584953809

[14] p.76 en 130 Milieueffectrapportage Nationale Omgevingsvisie 6 juni 2019 Royal Haskoning BV (iov Biza) – Samenvatting PlanMER voor de Nationale Omgevingsvisie

[15] p.6, punt 4c Checklist Natuurbelangen bij Windenergie op Land; de Natuur en Milieufederaties ism Natuur & Milieu, Utrecht 2018

[16] https://www.noord-holland.nl/Onderwerpen/Natuur

[17] Dit werd onlangs nog ingebracht tijdens de expertsmeeting Gemeenteraad Amsterdam 2 februari jl. door Martijn de Jong – Natuurmonumenten

[18] https://vortexbladeless.com/

[19] p.7 punt 2d Checklist Natuurbelangen bij Windenergie op Land; de Natuur en Milieufederaties i.s.m. Natuur & Milieu, Utrecht 2018; voorts: https://www.folia.nl/wetenschap/133747/hoe-een-uvaer-de-vogelsterfte-door-windmolens-wil-voorkomen;

[20] p.5 punt 7 Checklist Natuurbelangen bij Windenergie op Land; de Natuur en Milieufederaties i.s.m. Natuur & Milieu, Utrecht 2018

[21] Onderzoek naar de effectiviteit op de Nederlandse vogelpopulatie is nog niet afgerond: https://www.provinciegroningen.nl/actueel/nieuws/nieuwsartikel/onderzoek-naar-effecten-zwarte-wiek-bij-windturbines/

 

Download als pdf
Standpunt Vogelwerkgroep Amsterdam mbt Windturbines

Standpunt van de VWGA inzake windturbines

De Vogelwerkgroep Amsterdam (VWGA) erkent de noodzaak om de klimaatverandering tegen te gaan en is voorstander van de transitie naar schonere vormen van energiewinning. De voorkeur gaat uit naar een (inter)nationale aanpak van deze transitie.

Het standpunt van de VWGA inzake windturbines kunt u hier lezen.

 

Geplaatst in bescherming, wetenswaardig |

Aanbevelingen voor gemeenten


Aanbevelingen voor een toekomstbestendige vogelrijke Amsterdamse regio – voor gemeenten

Frank van Groen en Koen Wonders – Vogelwerkgroep Amsterdam

In het stedelijk gebied van Amsterdam, Amstelveen, Duivendrecht, Diemen en Weesp is gelukkig veel groen aanwezig, al hebben we gezien dat Amsterdam beneden het Nederlands gemiddelde scoort. Deels betreft dit al hoogwaardig ecologisch groen met een essentiële waarde voor onze stedelijke ecologie. Hier moeten we bijzonder zuinig op zijn. Alle gemeenten in de Amsterdamse regio moeten op het gebied van beleid, inrichting en beheer stappen maken om de kwaliteit van de groene leefomgeving te behouden en te verbeteren.

 

Beleid

Het is zaak kansen te benutten om deze groene structuur uit te breiden en te versterken. Het zou een grote fout zijn als we de nu aanwezige groene elementen in de stedelijke omgeving claimen voor de nijpende woningbouwopgave of sportvelden. Naast hun ecologische waarde hebben deze groene plekken een gunstig effect op het waterbergend vermogen, dempen ze extreme temperaturen en vangen ze fijnstof af. De gemeente kan een aantal beleidsmaatregelen treffen om de groene leefomgeving te verbeteren:

  • Normen instellen voor oppervlak niet verhard terrein.
  • De nieuwe Hoofdgroenstructuur laten vaststellen door de gemeenteraad en ervoor zorgen dat hier bij ruimtelijke ontwikkelingen geen afbreuk aan gedaan kan worden.
  • Effectief beleid ontwikkelen om tuinen te vergroenen. Te denken valt aan groenbeloningen en een tegeltaks.
  • Standaard toepassen van grastegels op parkeerterreinen.

Inrichting

De groene elementen maken de stad leefbaar. Door bij aanplant alleen gebruik te maken van inheemse soorten kan de veerkracht en daarmee de biodiversiteit van ons leefgebied versterkt worden. De kwaliteit van de groene leefomgeving kan met een aantal maatregelen op gemeentelijke niveau verbeterd worden:

  • Meer bomen aanplanten, met ruime boomspiegel, als het even kan inheemse soorten.
  • Bestaande boomspiegels verruimen, waarbij buurtbewoners eventueel kunnen worden ingeschakeld voor onderhoud.
  • Waar mogelijk verharding vervangen door plantsoenen met inheemse begroeiing, bijvoorbeeld op versteende pleinen.
  • Waar mogelijk natuurvriendelijke oevers aanleggen met plas-draszones en paaiplekken voor vissen.
  • Bij bekade oevers watertuinen aanleggen. Een watertuin is een houten frame met daarop bevestigd inheemse moerasplanten. Een goed aangelegde watertuin kan wel 15 jaar meegaan. Vissen schuilen er graag en vogels gebruiken de vlotten als broedplaats.

Groenstructuren en ecologie moeten al tijdens de ontwerpfase bij nieuwbouwprojecten een prominente plaats krijgen. Denk aan het integreren van ruime groenzones met inheemse bomen in een ruimtelijk plan, natuurvriendelijke oevers, broedgelegenheid voor vogels, broedeilanden, aanleg van onderwaterriffen, insectenrijke zones en nestkasten. In veel nieuwe wijken worden nu gelukkig al nestkasten voor vogels als Huismus en Gierzwaluw toegepast. Maar met het aanleggen van alleen broedgelegenheid ben je er niet. Zo heeft een soort als de Huismus ook goede foerageerplekken nodig in de zomer (insecten) én winter (zaden), schuilmogelijkheden, watervoorzieningen en zandige zones voor een stofbadje. In versteende gebieden waar deze elementen ontbreken, kunnen die alsnog eenvoudig worden aangelegd. Dat hoort bij een goede ruimtelijke ordening voor mens en dier.

Aan te leggen zonneparken in industriegebieden en bedrijventerrein dienen vogelvriendelijk ingericht te worden, omzoomd door hagen met inheemse struiken en met bloemrijk grasland onder de panelen. Ook het areaal onder deze panelen heeft ecologische potentie. Door deze velden gefaseerd te maaien en het maaisel af te voeren kan ook interessant habitat voor insecten tot stand komen. Daarnaast biedt deze vegetatie verkoeling aan de panelen waardoor ze een hoger rendement hebben.

In de Amsterdamse regio spelen diverse grootstedelijke uitdagingen, zoals de energietransitie, klimaatadaptatie en een forse woningbouwopgave. De komende jaren zal er daardoor veel veranderen. Vanuit de ecologie moeten we nu al voorsorteren op deze ontwikkelingen om te voorkomen dat we vogelpopulaties kwijtraken. Veel woningen uit de jaren zestig, zeventig en tachtig worden nu gerenoveerd en geïsoleerd. Juist in woningen uit deze bouwfase nestelen onze gebouw-bewonende soorten als Gierzwaluw, Huismus, Spreeuw en ook diverse soorten vleermuizen. Door grootschalige isolatie van woningen dreigen ze dakloos te worden. Door het standaard aanbrengen van een ruime hoeveelheid nestkasten en verblijfplaatsen in en aan de te isoleren woningen kan dit worden voorkomen.

Door klimaatverandering hebben we steeds vaker te maken met extreem weer, zoals langdurige droogte en grote hoeveelheden regen in korte tijd. Amsterdam is op dit moment niet goed ingericht om met grote hoeveelheden neerslag om te gaan. Zo ontstaat al gauw wateroverlast, zoals bijvoorbeeld in de Javastraat, de Rivierenbuurt en de Bellamybuurt. Deze laatste buurt is overigens recentelijk heringericht met groene elementen en wadi’s die overtollig water met succes bergen. Door Amsterdam meer als autoluwe stad op te zetten kan veel ruimte gewonnen worden door rijbanen en parkeerplekken om te vormen tot plantsoenen en groene zones die de biodiversiteit stimuleren, water bufferen en de stad afkoelen. Middels een bewonersinitiatief is dit in de Frans Halsbuurt in Amsterdam-Zuid al met succes uitgevoerd.

In sterk verstedelijkte gebieden treedt steeds vaker het hitte-eilandeffect op, ook wel Urban Heat Island Effectgenoemd. Dit wordt veroorzaakt door het vasthouden van hitte door beton, asfalt en steen. Door dit verschijnsel zijn steden tot soms wel tien graden warmer dan het omliggende gebied. Dit leidt tot meer stress en zelfs sterfgevallen bij mensen met een kwetsbare gezondheid, zoals ouderen of chronisch zieken. Een open stedelijk ontwerp met voldoende waterberging, schaduw van bomen en groene structuren kan dit effect verminderen. Door deze groene zones te beplanten met inheemse soorten profiteren vogels hier ook van.

Bij het plaatsen van windturbines moet rekening worden gehouden met het risico op vogelslachtoffers. Vermeden moet worden dat in vogelrijke gebieden windmolens worden geplaatst. Het risico bestaat dat vogels deze gebieden gaan mijden. Elders moeten preventief de wieken zwart worden geverfd voor de zichtbaarheid. Dat voorkomt een deel van de aanvaringen. Als windturbines desondanks een bedreiging blijven, kan een detectiesysteem geplaatst worden dat vogelaanvaringen vermindert. Dit gebeurt ook al in Zeeland.

 

Beheer en onderhoud

Wanneer het beleid er uiteindelijk toe heeft geleid dat concrete projecten en gebieden natuurvriendelijk zijn ingericht, valt of staat het behoud van de ecologische kwaliteit met goed beheer en onderhoud. In de Groenvisie 2050, welke door de Amsterdamse raad is vastgesteld, staat opgenomen dat ecologisch beheer de norm wordt. Dat is een mooi streven, maar dan moet er in enkele stadsdelen nog veel gebeuren:

  • Geen onderhoud of beheerwerkzaamheden uitvoeren tijdens het broedseizoen.
  • Voorafgaand aan het groot onderhoud of beheer een ecologische toets uitvoeren om te controleren of er door de activiteiten geen beschermde natuur, zoals belangrijke nestbomen, verstoord of weggenomen wordt.
  • Alle gebieden met natuurwaarden dienen ecologisch beheerd te worden. Hier hoort ook een degelijk beheerplan per gebied bij. Veel van de bestaande plannen zijn sterk verouderd. In zo’n nieuw beheerplan wordt ook een planning opgenomen, zodat men de (snoei)werkzaamheden gefaseerd in tijd en ruimte kan uitvoeren.
  • Maaiers en beheerders dienen cursussen te volgen over gefaseerd en sinusmaaien. Deze maaitechnieken vergen kennis van beheerders die zij nu vaak niet bezitten. De maaiers leren hierbij welke vegetatie beter nog (even) niet te maaien, zodat deze maaitechnieken ook daadwerkelijk nut hebben.
  • Alle beheerders en groenmedewerkers zouden verplicht een cursus over de Wet natuurbescherming moeten volgen. In een dergelijke cursus leren ze dat bomen met nesten of boomholtes niet zonder onderzoek naar bewoning gekapt mogen worden.

 

Daar varen zowel vogels als mensen wel bij

 

 

Jaargang 59 (2021)

Hieronder staat de inhoud van de nummers van jaargang 59 van De Gierzwaluw. Bij elke Gierzwaluw staat een link om de inhoud als pdf-bestand te downloaden. In alle Gierzwaluwen komen de volgende rubrieken voor: Van de redactie (Roely Bos) – Verenigingsnieuws (Marc Menon) – Activiteiten – Voortgang Vogelatlas Amsterdam (Frank van Groen) – Column van een beginnende vogelaar (Tycho Fokkema) – Waarnemingen (Ellen de Bruin) – Wat vinden de buren? (John van der Woude) – Ledenmutaties en colofon

De Gierzwaluw 59-1, maart 2021

  • Vale Braamsluiper in het Diemerpark – Frank van Groen
  • Mijn Kleine Burgemeester – Bep Scheen
  • Broedgevallen van roofvogels en uilen in 2020 – Teun van Dijk
  • Windturbines in Amsterdam – Frank van Groen
  • Commissie windturbines – Piet van der Werf en Ewout Huibers

De Gierzwaluw 59-2, juni 2021

  • Vogelen rondom het Dorpshuis (van Badhoevedorp) – Syta en Simon Troelstra
  • Het verhaal van Punkie (blauwe reiger) – Linda Molenaar
  • Slechtvalkjes in het Rijksmuseum – Roely Bos

De Gierzwaluw 59-3, september 2021, Special

Een speciale uitgave van De Gierzwaluw over Vijftig jaar Ganzen en Zwanen tellen in Waterland. Geschreven door Jip Binsbergen en geïllustreerd door Jacques Grégoire.

De Gierzwaluw 59-4, januari 2022

  • In Memoriam Annelies de Kleyn – Marc Menon en Roely Bos
  • Een nieuw tijdperk, redactiestokje overgedragen door Roely Bos – Frank van Groen
  • Duikers op het IJmeer – Adrie Streefland
  • Van Amsterdam naar de Poolcirkel 1,  column – Jacques Grégoire
  • Giervalk en (Slecht)valk, een etymologische verkenning – Paul Marcus
  • Voorjaarsfenologie – Ellen de Bruin

Denk mee over windenergie in Amsterdam

De gemeente Amsterdam zoekt ruimte voor het plaatsen van 17 windturbines. Hierover kunnen de inwoners hun mening geven in de raadpleging die te vinden is onder de volgende link:

https://amsterdamwind.raadpleging.net/amsterdamwind

De werkgroep Windturbines van de VWGA heeft een standpunt hierover geformuleerd dat hier te vinden is.

Geplaatst in bescherming, oproepen |

Bestuur

De Vogelwerkgroep Amsterdam is een vereniging die is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en statuten heeft.

Het bestuur van de Vogelwerkgroep Amsterdam geeft vorm aan het beleid van de vereniging. Daarnaast zet ieder bestuurslid zich in meer of mindere mate actief in op een beleidsterrein naar keuze. Momenteel bestaat het bestuur uit zes leden. Twee hiervan zwaaien binnenkort af.

 

Bestuursleden

Marc Menon – Voorzitter

voorzitter@vogelsamsterdam.nl

tekst volgt

 

 

 

 

 

Peter Kroon – penningmeester

penningmeester@vogelsamsterdam.nl

 Ik ben Peter Kroon, na het volgen van de cursussen van Frank van Groen was ik jarenlang passief lid van de Vogelwerkgroep. Vogelen bleef toch hoofdzakelijk beperkt tot de vakanties. Na mijn pensionering in coronatijd heb ik voor het eerst meegelopen met het postcode-ommetje 1018, waarvan ik inmiddels zelf de organisator ben. Leuke mensen ontmoet en ook meer op pad om samen vogels te bekijken zoals dit jaar het lopen van het trekvogelpad. En ik leer nog steeds.

Sinds het voorjaar 2021 ben ik de penningmeester van de VWGA. Ik zie als mijn belangrijkste taak om de door de algemene ledenvergadering vastgestelde begroting uit te voeren, de boekhouding bij te houden (vooral het innen van de contributies) en tot slot de jaarrekening op te stellen en deze ter besluitvorming voor te leggen aan de algemene ledenvergadering. En uiteraard alert te zijn op mogelijke financiële gevolgen voor de vereniging, zoals bijvoorbeeld bij het uitbrengen van de Vogelatlas.

Mijn grootste zorg is ons vergrijzend bestand aan vrijwilligers bij de vereniging. Het kost erg veel moeite om vacatures op te vullen. Tekenend is het dat de laatste twee nieuwe bestuursleden beide van boven de 70 jaar waren. Op naar een grotere en jongere groep van vrijwilligers!

Joke van der Boon – secretaris (vacature!)

secretariaat@vogelsamsterdam.nl

 Ik ben Joke van der Boon, secretaris van de VWGA sinds 2021. Ik heb gepensioneerd en heb daarvoor altijd gewerkt in de gezondheidszorg als maatschappelijk werker en leidinggevende. Mijn interesse voor vogels heb ik van mijn ex-partner. Hij ging al vanaf zijn achtste jaar met het Verkade  vogelboek dagelijks naar het bijgelegen kerkhof om vogels te kijken. Van hem heb ik veel geleerd.

Ik kijk vogels voor mijn plezier en ga geregeld mee met vogelreizen en excursies. Ik ben niet heel fanatiek en wil vooral genieten van vogels. Ik ben ook IVN-lid en heb de natuurgidsenopleiding gedaan. Mijn interesse gaat daarom verder dan alleen vogels en ik kan enorm genieten van de natuur. Ik kom veel in het Brettengebied, dichtbij mijn huis en de Tuinen van West waar ik een tuin heb op het Bijenpark (Groene Specht en Bosuil!).

Ik heb dus de functie van secretaris. Dat betekent dat ik dikwijls het eerste aanspreekpunt ben voor leden en belangstellenden. Ik krijg vaak heel leuke vragen over de VWGA en ik probeer iedereen de juiste kant op te sturen, informatie te delen met bestuursleden en de mensen die de website en de Nieuwsbrief maken. Verder neem ik deel aan de bestuurstaken. Vanuit mijn werk als secretaris wil ik graag mensen met elkaar verbinden en leden aanzetten om actief te worden in de VWGA en ze daarbij te faciliteren en te ondersteunen.

Maar… in 2024 eindigt mijn bestuursperiode en ik stel mij niet opnieuw verkiesbaar. Ik ben dan 74, en een jonger lid moet mijn taken overnemen. Het kost ongeveer een halve dag per week. Het zou heel fijn zijn als ik de taken langzaam kan overdragen aan een opvolger. Wie o wie? Neem contact met me op en kom eens langs.

Teun van Dijk

bestuur@vogelsamsterdam.nl

Vanaf mijn tiende ben ik bezig met het observeren van vogels en het vastleggen van verzamelde gegevens. De liefde voor de natuur is gewekt door mijn opa, die mij als kleine jongen vaak meenam op wandelingen door de buitenranden van Amsterdam. We woonden destijds beiden in de Watergraafsmeer.

 

Ik had het geluk dat ik op de lagere school drie leerkrachten trof die ook erg geïnteresseerd waren in de natuur. Op die school waren ook veel vissen en vogels aanwezig, zowel levend als opgezet. Die lagere school stond in Slotermeer, waar we naar toe waren verhuisd, toen dat uit de vroegere Sloterpolder verrees, waarbij zand werd gewonnen en de huidige Sloterplas ontstond. Nu omringd door het Sloterpark, maar in mijn jeugdjaren kon de natuur daar nog zijn vrije gang gaan. Met een groepje klasgenoten zwierven we daar vaak op woensdag- en zaterdagmiddag rond om vogels in beeld te krijgen. Er zaten toen flink wat koppels patrijzen rond die plas, dat kun je je nu nauwelijks meer voorstellen.

Toen Sovon ontstond heb ik me al snel aangemeld, omdat ik het een nuttige zaak vond dat mijn verzamelde gegevens verder kwamen dan de map thuis op de boekenplank. Na de eerste fase ging Sovon zijn activiteiten uitbreiden met BMP tellingen en aangezien ik een flink deel van het Westelijk Havengebied al vanaf het begin van de zandopspuitingen bij Sloterdijk volgde m.b.t. de ontwikkelingen van de vogelpopulatie, ben ik die delen en de huidige Brettenzone gaan inbrengen voor het BMP-project, evenals de Eendrachtpolder aan de zuidkant van de Haarlemmerweg.

Na mijn pensionering ben ik op verzoek van Frank van Groen toegetreden tot het bestuur van de VWGA, als algemeen bestuurslid. Daarbij ben ik de schakel met de Commissie Bescherming en ook zelf actief met beschermingsactiviteiten. Voor Sovon heb ik meegewerkt aan diverse vogelatlassen, en zodoende heb ik ook een flink aantal km-hokken van de Amsterdamse Vogelatlas voor mijn rekening genomen. Ook maak ik deel uit van de Veldwerkcommissie van de VWGA, Naast het inbrengen van diverse inventarisatie gebieden hiervoor, schrijf ik ook jaarlijks een rapportage over de broedgevallen van uilen en dagroofvogels in het werkgebied van de VWGA voor ons verenigingsblad De Gierzwaluw.

Terwijl veel verenigingen kampen met daling van het ledenbestand groeide onze vereniging zelfs stevig door in de coronajaren, terwijl we toen nauwelijks activiteiten konden ondernemen. De jaarlijks volgeboekte plaatsen bij de vogelcursus, zijn een mooie peilschaal voor het bestaan van onze vereniging. Zolang mijn gezondheid het toelaat, wil ik me dan ook graag inzetten om medemensen wegwijs te maken in de natuur.

Luella van Turnhout – algemeen bestuurslid (vacature!)

bestuur@vogelsamsterdam.nl

Hallo vogelliefhebber, kom jij mijn plaats als algemeen bestuurslid innemen? Want na vier jaar geef ik graag het stokje door. Als algemeen bestuurslid zit je bovenop het vuur, en bepaal je de richting van het beleid en in welke zaken je zelf energie wil steken. Niets moet, maar álles kan. En dat is superleuk!

 

Mijn naam is Luella van Turnhout. Bij mijn werk voor GroeneBuurten motiveer ik Amsterdammers tot het vergroenen van de stad. Als algemeen bestuurslid van de Vogelwerkgroep Amsterdam wilde ik hetzelfde doen, maar dan specifiek gericht op vogels. Dat betekent dus zorgen voor meer en goede leefruimte, bescherming bieden waar nodig en mensen laten ervaren hoe mooi vogels zijn, zodat ook zij zich hiervoor gaan inzetten.

Naast algemene bestuurstaken koos ik ervoor om me in te zetten voor het volgende:

  • De jeugdclub weer nieuw leven inblazen, omdat zo’n vonkje al begint bij de jeugd; de vele excursies en deelnemende kinderen laten zien dat dit gelukt is.
  • De vogelwerkgroep vertegenwoordigen bij het Groenplatform, een stedelijk verband van groenorganisaties, om zo gezamenlijk invloed uit te oefenen op het groenbeleid van de gemeente.
  • Met de werkgroep windturbines proberen de bedreigingen voor vogels zoveel als mogelijk tegen te gaan, nu de bouw van een grote hoeveelheid windturbines in ons werkgebied gepland staat.

Welk beleid zou jij graag vorm geven? Dat is dus aan jou. Je kunt je beperken tot de algemene taken, dan kost het je 1-2 uur per week, inclusief de 6-wekenlijkse bestuursvergadering. Of, en dat is vele malen bevredigender, je stopt er wat meer uren in en maakt werk van het bereiken van jouw eigen beleidsdoelen! Enthousiast geworden? Of eerst nog iets meer weten? Neem dan contact met me op.

Piet van der Werf – algemeen bestuurslid

bestuur@vogelsamsterdam.nl

 Mijn naam is Piet van der Werf en ik ben opgeleid aan de Gerrit Rietveld Academie. Sinds een aantal jaar ben ik echter werkzaam als docent in het volwassenenonderwijs. Verder maak ik graag muziek en ik ben graag buiten. Ik ben enkele jaren geleden lid geworden van de Vogelwerkgroep Amsterdam en in september 2020 toegetreden tot het bestuur.

 

Naast de kleinere hand- en spandiensten ben ik bijvoorbeeld samen met de boswachter van Staatsbosbeheer bezig met de renovatie en herplaatsing van het kijkscherm in de Vijfhoek. Daaruit volgde, samen met enkele actieve leden, een samenwerking met het projectbureau van Natuurboulevard 2.0 voor de ontwikkeling van een ecologische en recreatieve verbinding over de dijk nabij Diemen. En samen met Marc Menon adviseer ik enkele studenten van de UvA die een project doen voor WAAG Futurelab met vogelgeluiden en AI. Voorts ben ik in het kader van de energietransitie betrokken bij de Werkgroep Windturbines.

Ik zou het goed vinden als de waardering voor natuur onder de bewoners van Amsterdam en omgeving verder toeneemt. Ik hoop dat we de Vogelwerkgroep nog zichtbaarder kunnen maken. Waardering voor en van natuur is heel belangrijk, maar natuurbeleving is ook nog eens oneindig leuk en interessant!

 

Opvolgers gezocht

Misschien is het bestuur iets voor jou? Je zit dicht op het vuur en bepaalt zelf hoeveel extra tijd je erin steekt. In het bestuursleden zitten gewone leden zoals jij en ik die het leuk vinden iets terug te doen voor onze vereniging. Spreek eens af met een bestuurslid of schuif een keer aan bij een vergadering. Mail Joke via secretariaat@vogelsamsterdam.nl voor meer info of een afspraak.